Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- Het tussenvonnis van 28 juni 2023 (hierna: het Tussenvonnis);
- De akte nadere onderbouwing schade van [eiser] met productie 114;
- De antwoordakte van [gedaagde] met producties 22 tot en met 37;
- De akte uitlaten producties van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
gezien de rol van uw cliënte in dit dossier, lijkt het mij raadzaam dat u haar een afschrift van deze stukken zendt’en ‘
daar mevrouw [eiser] ook betrokken in deze is, staat zij in het kader van de transparantie in cc’. Op soortgelijke wijze betrekt [gedaagde] [eiser] in het geschil met [A] en [C] , in de e-mails met nummer 39, 80, 81. [gedaagde] had zich ervan kunnen onthouden ook [eiser] en mr. De Vries te betrekken bij deze geschillen en heeft - door dat niet te doen - onrechtmatig gehandeld. Voor de e-mails waarover de rechtbank hierna oordeelt dat deze niet aan [eiser] waren gericht en [gedaagde] haar niet heeft genoemd/in cc heeft gezet, zal de rechtbank geen schadevergoeding toekennen.
e-mails gepaard gaan geen schadevergoeding toe te kennen.
e-mails door [gedaagde] aan derden, en niet aan [eiser] zijn verzonden, maar met deze e-mails heeft [gedaagde] wel onrechtmatig gehandeld door [eiser] in een kwaad daglicht te stellen terwijl deze e-mails geen gerechtvaardigd doel dienden. Dat betekent dat [gedaagde] ook eventuele schade als gevolg van deze e-mails dient te vergoeden aan [eiser] .
Factuur 8 mei 2017 met nummer 170935
(= € 5.692,50, inclusief kantoorkosten enbtw
totaal € 7.301,20) aan [eiser] moet vergoeden voor de werkzaamheden in deze factuur naar aanleiding van de e-mails.
Factuur 6 juni 2017 met nummer 171115
e-mails van [gedaagde] . De onprettige toon van de e-mails, de keuze om niet te communiceren via zijn advocaat en het dreigen met maatregelen (de redenen genoemd in nummer 4.6 van het Tussenvonnis, als gevolg waarvan het verzenden - in combinatie met de hoeveelheid e-mails - onrechtmatig is) zijn ook in de e-mails met nummers 93 en 94 terug te vinden. [gedaagde] moet de kosten als gevolg van deze e-mails vergoeden.
e-mails op zichzelf een onrechtmatig handelen opleveren, ook als die gaan over procedures waarin of waarmee [gedaagde] niet onrechtmatig heeft gehandeld. [gedaagde] reageert niet zuiver op de e-mail van mr. De Vries, waarin overigens ook geen vraag aan [gedaagde] staat, maar hij laat in drie e-mails daarna onder andere weten dat hij alle adviseurs van [eiser] informeert over haar fiscale en verzekeringstechnische misstappen en bedrog. Ook schrijft hij dat hij de moeder van [eiser] in een procedure zal betrekken, strafrechtelijk aangifte zal doen tegen [eiser] en dat hij - als hij ongelijk krijgt in de procedures - fiscaal zal doorgeven dat hij geld aan [eiser] heeft geschonken en zij alsnog schenkingsbelasting zal moeten betalen. De overwegingen in nummer 4.4 tot en met 4.6 van het Tussenvonnis zien juist op dit soort e-mails, die onrechtmatig zijn geoordeeld. [gedaagde] moet de kosten die betrekking hebben op de e-mails 89 tot en met 91 daarom aan [eiser] vergoeden.
[eiser] heeft in deze procedure verder erkend dat mr. De Vries [A] heeft bijgestaan. De e-mail met nummer 87 bevat verwijten en dreigingen aan het adres van zowel [A] als [eiser] . Omdat mr. De Vries zowel [eiser] als [A] bijstond, acht de rechtbank het redelijk de schade bij e-mail 87 te begroten op de helft van het aantal uren van mr. De Vries (te weten 1,25 eenheden).
mr. De Vries namens de heer [C] als zijn cliënt heeft verzonden. Door het gerechtshof is vastgesteld dat [gedaagde] [C] heeft misbruikt om een vordering tegen [eiser] te kunnen instellen, zoals [eiser] aanvoert, maar dat betekent niet dat [gedaagde] in deze procedure advocaatkosten die [eiser] onverplicht voor [C] heeft gemaakt, moet vergoeden. Deze kostenpost komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
17 mei 2017 komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat [eiser] niet heeft toegelicht waarop deze werkzaamheden precies betrekking hebben.
e-mail nummer 40 op 18 mei 2017. De e-mail is op 19 mei 2017 binnengekomen, zodat de bijbehorende toelichting niet kan kloppen. Deze post zal daarom worden afgewezen. [gedaagde] moet de werkzaamheden besteed aan de e-mails met nummers 31, 33 en 34 op
22 en 23 mei 2017 wel vergoeden. In de e-mails gaat het over de akte van cessie waarbij [eiser] betrokken was en staat dat [gedaagde] [eiser] zal dagvaarden (nummer 31) en heeft [gedaagde] in een uitgebreide e-mail onder andere toegelicht dat hij niet bij [eiser] is geweest, dat hij aangifte zal doen tegen [eiser] en dat hij een tweede dagvaarding aan [eiser] heeft laten betekenen (nummer 33). De e-mail met nummer 34 bevat vele stukken in de kwestie [B] , maar daarbij heeft [gedaagde] geschreven: ‘
gezien de rol van uw cliënte in dit dossier(de rechtbank voegt toe: bedoeld is [eiser] )
lijkt het mij raadzaam dat u haar een afschrift van deze stukken zendt.’ De stukken waren dus kennelijk (ook) bedoeld voor [eiser] en daarmee voor mr. De Vries als haar advocaat. Dat mr. De Vries vervolgens namens [eiser] tijd aan deze e-mail heeft moeten besteden, vloeit daaruit voort en maakt dat [gedaagde] ook deze kosten moet vergoeden. Omdat e-mail 32 gaat over de kwestie [B] en daarvan niet kan worden vastgesteld of mr. De Vries deze in hoedanigheid van advocaat van [B] heeft gelezen en opgepakt, komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank acht het gelet op het voorgaande redelijk dat de 0,70 eenheden tijd voor e-mail 31 worden vergoed. Voor de e-mails 32, 33 en 34 heeft mr. De Vries 0,30 eenheden tijd geschreven. De rechtbank acht het redelijk dat [gedaagde] 2/3e van deze uren vergoed, gelet op het feit dat e-mail nummer 32 betrekking heeft op de kwestie [B] .
(= € 1.293,75, inclusief kantoorkosten en btw
totaal € 1.659,36) voor deze factuur aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 4 juli 2017 met nummer [declaratienummer 2]
e-mails met nummer 19 tot en met 22 en 2 uren aan de aangifte voor stalking naar aanleiding van de e-mails 1 tot en met 22.
totaal € 692,60)voor deze factuur moet [gedaagde] aan [eiser] vergoeden.
Declaratie 4 juli 2017 met nummer [declaratienummer 3]
23 e-mails toegestuurd, die bestudeerd en besproken moesten worden. Dat mr. De Vries aan de e-mails tijd heeft besteed, is zeer aannemelijk. Dat in het Rapport de factuur niet wordt toegeschreven aan deze e-mails, komt omdat deze handeling in het Rapport niet als aparte stalkingshandeling is genoemd, maar is geschaard onder het kort geding. De rechtbank behandelt de handelingen wel apart van elkaar en komt daarmee tot de conclusie dat de (aanvullende) verklaring van mr. De Vries bij de factuur meegenomen kan worden bij de beoordeling.
Voor uw informatie alle vorderingen van mevrouw [eiser] zijn AFGEWEZEN dat impliceert dat ik alles heb gewonnen. Beweert zij wat anders, laat dat weten dan zend ik u het vonnis. Overigens daar waar ik ooit voor [eiser] de Laat processen voerde, won ik ook immer. Tja en dat deed ik zonder familie Mr R. de Vries en [adviseur] , mevrouw [E] en de boekhouder van [bedrijf 2] en zogenaamde gefakte huilscene. Wat een show en "gejank", maar goed dat de rechter daar niet intrapte, beschamend deze show. Wordt wellicht vervolgd. Mooie dag.’Deze e-mail gaat niet over een proceskostenveroordeling. Deze e-mail valt juist qua toon en inhoud onder de e-mails waar [gedaagde] zich van had moeten onthouden deze te versturen. Gelet op de omvang en de inhoud van de e-mails moet [gedaagde] 2 eenheden aan advocaatkosten voor deze e-mails aan [eiser] vergoeden.
€ 225,00 (= € 1.035,00, inclusief kantoorkosten en btw
totaal € 1.327,49)aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 27 juli 2017 met nummer [declaratienummer 4]
e-mails met nummers 164 tot en met 176. Ten slotte staat er 1,80 uur geschreven voor correspondentie met [eiser] naar aanleiding van de bespreking.
jullie zullen ongetwijfeld het voor mij goede nieuws hebben gehoord. Voor zover dat het niet geval mocht zijn: alle vorderingen van [eiser] / mevrouw [eiser] jegens mij zijn (terecht) afgewezen. Spijtig is dat dit allemaal onnodig was, had zij gewoon haar schulden betaald en was zij ingegaan op een van de vele uitnodigingen mijnerzijds om om de tafel te gaan zitten dan had haar dit ongetwijfeld veel geld gescheeld. Mocht zij iets anders beweren of suggereren, laat dat dan even weten dan mail ik het vonnis. Dit bewijst maar weer eens: likken en slijmen bij BN’ers is geen garantie voor succes. Wordt vervolgd (…).’ Welke noodzaak deze e-mails hadden, heeft [gedaagde] niet toegelicht. Het verweer dat het gaat om een openbaar vonnis en [eiser] met een enkele e-mail aan derden had kunnen laten weten dat zij de uitkomst van de procedures anders interpreteert, en er daarom minder tijd kon worden gespendeerd aan de e-mails, slaagt niet. Het is [gedaagde] die zich had moeten onthouden van de vele e-mails die hij zonder gerechtvaardigd doel heeft verzonden. Dat mr. De Vries naar aanleiding hiervan werkzaamheden heeft verricht om de derden te informeren en eventuele onjuistheden recht te zetten, is waarschijnlijk. [gedaagde] moet de kosten die [eiser] voor de werkzaamheden aan mr. De Vries heeft moeten betalen, vergoeden. De kosten van mr. De Jager voor 0,30 eenheden onder de noemer ‘diversen’ komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat [eiser] niet heeft toegelicht waarop deze werkzaamheden specifiek betrekking hebben. De enkele verwijzing van de e-mailnummers is met deze omschrijving - terwijl mr. De Jager sporadisch bij het geschil lijkt te zijn betrokken - onvoldoende.
totaal € 2.020,10) van deze factuur aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 28 augustus 2017 met nummer [declaratienummer 1]
e-mails, maar ook vanwege het benaderen van relaties van [eiser] , het ongewenst confronteren van [eiser] en het noemen van [eiser] als call girl.
totaal € 173,15).
Declaratie 3 oktober 2017 met nummer [declaratienummer 5]
3 oktober 2017, in welke periode [gedaagde] zes e-mails zou hebben verzonden. Op
30 augustus 2017 en 7 september 2017 hebben er blijkens de toelichting telefoongesprekken met [eiser] plaatsgevonden van 0,20 eenheden respectievelijk 0,30 eenheden.
Declaratie 6 juni 2017 met nummer [declaratienummer 6]
11 mei 2017, aan de verhuurder onrechtmatig werd geacht, ontbreekt het causaal verband tussen het handelen van [gedaagde] en de opgevoerde werkzaamheden. [gedaagde] hoeft de werkzaamheden van 16 mei 2017 in de factuur daarom niet te vergoeden aan [eiser] .
totaal € 2.943,57) voor deze factuur aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 3 oktober 2017 met nummer [declaratienummer 5]
totaal€ 461,74) moet vergoeden.
declaratie van 6 juni 2017 met nummer [declaratienummer 6]en is € 1.471,78.
declaratie van 28 augustus 2017 met nummer [declaratienummer 1]van in totaal € 472,50 (inclusief kantoorkosten en btw
totaal € 606,03) komen gelet op het voorgaande voor vergoeding in aanmerking.
ook voor deze procedure geldt dat mogelijk nog andere facturen zien op werkzaamheden in verband met deze procedure. Verwezen wordt naar tabel 2 in paragraaf 3.3’.Uit tabel 2 in paragraaf 3.3 blijkt vervolgens dat de facturen 171115 en 171607 ook betrekking hebben op de procedure werkzaamheden [D] . Het verschil is daarmee verklaarbaar, omdat een deel van de kosten is ondergebracht in de meer algemene post in de samenvatting ‘juridische kosten die aan meerdere stalking-activiteiten en/of procedures zijn toe te wijzen’.
verminderd met € 600,00.
Declaratie 6 juni 2017 met factuurnummer [declaratienummer 6]
totaal € 1.789,28)vergoeden.
Declaratie 27 juli 2017 met factuurnummer [declaratienummer 4]
Declaratie 27 juli 2017 met factuurnummer [declaratienummer 10]
totaal € 5.578,10(inclusief kantoorkosten, btw en het bedrag van
Declaratie 28 augustus 2017 met factuurnummer [declaratienummer 7]
23 augustus 2017, zodat het waarschijnlijk is dat mr. De Vries diezelfde dag het rapport heeft bestudeerd en daarover contact met het NFO heeft gehad. De posten ‘correspondentie aan/van derde’ op 15-08 en ‘telefoongesprek met derde’ van 18-08 komen niet voor vergoeding in aanmerking. Het is onduidelijk en onbekend waarom het redelijk en noodzakelijk was om 2,18 eenheden tijd met derden te corresponderen. De toelichting van [eiser] dat er deze dag werkzaamheden zijn verricht voor het door het NFO verrichtte onderzoek, is onvoldoende.
(= € 1.665,00, inclusief kantoorkosten en btw
totaal € 2.135,53) voor deze factuur aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 3 oktober 2017 met factuurnummer [declaratienummer 8]
15 september 2017 zien. De toelichting op de factuur met ‘correspondentie aan/van cliënt of een derde’ of ‘telefoongesprek met derde’ is te algemeen gelet op het verweer van [gedaagde] en daarvan kan niet worden vastgesteld dat deze zien op de kwestie rondom de procedure werkzaamheden [D] . [gedaagde] hoeft deze kosten daarom niet te vergoeden.
(= € 810,00, inclusief kantoorkosten en btw
totaal € 1.038,91) aan [eiser] moet vergoeden.
Declaratie 1 november 2017 met factuurnummer [declaratienummer 9]
(€ 3.318,09 inclusief kantoorkosten en btw)komen daarom voor vergoeding in aanmerking.
totaal € 30.445,15(€ 31.045,15 advocaatkosten inclusief kantoorkosten en btw minus de forfaitaire proceskostenveroordeling in de procedure [D] van € 600,00).
€ 354.806,33 ook het gevolg kan zijn van gedragingen van [gedaagde] die de rechtbank niet als onrechtmatig heeft gekwalificeerd. De strekking van de geschonden norm en de aard van de normschending, waaronder de aard van de schade, rechtvaardigen volgens [eiser] dat in geval van onzekerheid over het conditio-sine-qua-non-verband de schade moet worden verdeeld in die zin dat 75% voor rekening van [gedaagde] moet komen.
€ 30.445,15aan kosten voor advocaten en adviseurs als schadevergoeding worden toegewezen. De rechtbank acht het redelijk dat de kosten van het Rapport naar evenredigheid worden vergoed door [gedaagde] , zodat [gedaagde] een bedrag van
€ 2.406,84voor het Rapport aan [eiser] moet betalen. Daarbij weegt mee dat niet is gebleken van onjuistheden in het Rapport, zoals [gedaagde] aanvoert, ten aanzien van de gegevens die zijn gebruikt voor de vaststelling van de schade. Het verweer van [gedaagde] dat iedere administratief medewerker het Rapport had kunnen opstellen en de kosten dan lager waren geweest, maakt voorgaande conclusie niet anders. [gedaagde] heeft geen offerte overgelegd waaruit blijkt dat dit inderdaad een optie was geweest en waaruit blijkt dat de kosten dan daadwerkelijk lager waren uitgevallen. Het verweer van [gedaagde] dat hij de kosten van het Rapport niet hoeft te voldoen, omdat een groot deel van het Rapport uit informatie van de advocaten zou bestaan, slaagt ten slotte niet. Er is niet gebleken dat de kosten van de deskundige zien op deze delen van het Rapport.
€ 2.081,37.
- Kosten dagvaarding € 132,42
- Griffierecht € 1.649,00
- Salaris advocaat € 2.358,00 (3 punten x tarief III van € 786,00
€ 4.417,42. [gedaagde] moet de wettelijke rente over de proceskosten aan [eiser] vergoeden als hij de proceskosten niet tijdig betaalt.
€ 1.228,00. [gedaagde] moet de wettelijke rente over de proceskosten aan [eiser] vergoeden als hij de proceskosten niet tijdig betaalt.
3.De beslissing
€ 2.081,37, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW als [gedaagde] deze kosten niet binnen veertien dagen na het vonnis heeft voldaan;
6 maart 2024.