4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 2 - vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat ondanks dat de aangevers betrouwbaar hebben verklaard en verdachte ook heeft bekend bij één van de aangevers binnen te zijn geweest, dit onvoldoende is om te kunnen vaststellen dat verdachte geldbedragen heeft gestolen. Voor het wegnemen van de verschillende geldbedragen is geen ander bewijs dan de aangiftes. De rechtbank kan gelet op het voorgaande dan ook niet vaststellen dat de aangevers daadwerkelijk de opgegeven geldbedragen in huis hadden én dat verdachte deze bedragen vervolgens heeft gestolen. Verdachte zal dan ook van het tenlastegelegde onder feit 2 worden vrijgesproken.
1. [aangever 1] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Plaats delict : [adres 1] , [postcode 1] [plaats 1]
"
Op woensdag 15 november 2023 omstreeks 15:00 uur. Liep ik naar buiten, mijn voortuin in. Ik keek naar de voortuin van de buren van perceel [huisnummer 1] . Dit huis is namelijk net verkocht. Ik zag in de voortuin van perceel [huisnummer 1] een man staan. Ik zag dat de man aan de voordeur aan het rommelen was. Hij was daar in ieder geval bezig met de deur. Ik kan de man als volgt omschrijven:
-Man
-Blanke huidskleur
-Naar schatting, 1 meter en 85 centimeter lang
-Naar schatting achterin de 30 jaar oud.
-Donkerblond kort haar
-Geen gezichtsbeharing
-Slank postuur
-Normale kleding, ik kan niet echt zeggen wat voor kleding.
Ik zag en hoorde dat de man mij aansprak. Ik hoorde dat de man vroeg of hij een sleutel van nummer [huisnummer 1] kon krijgen en of ik deze binnen had liggen. Hierop stelde de man zich voor als zijnde de nieuwe buurman en eigenaar van perceel [huisnummer 1] .Ik hoorde dat de man zei dat hij zichzelf buiten had gesloten en dat de sleutel binnen in zijn woning lag. Ik zei tegen de man dat ik deze sleutel niet had (…) Ik hoorde dat de man zei dat hij zijn portemonnee ook binnen had laten liggen. Ik hoorde dat de man vroeg of hij geld van mij mocht lenen. Ik heb de man toen twee
briefjes van vijftig euro gegeven. Ik heb met de man de afspraak gemaakt dat hij dit geld weer aan mij terug zou geven. Ik had het gevoel dat ik de man, waarvan ik dacht dat het de nieuwe buurman was, wel kon vertrouwen. Dit is dus in goed vertrouwen gegaan. Ik hoorde dat de man aan mij vroeg of ik hem naar het station kon brengen. (…)
Toen wij op de [straat] reden, vroeg de man of ik wilde stoppen bij de Albert Heijn aldaar. Ik hoorde dat de man zei dat hij een blikje fris wilde kopen. (…) Ik ben toen vervolgens mijn auto ingestapt en weggereden naar huis, omdat de man niet meer terug kwam.
2. [aangever 2] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
"Ik doe aangifte van oplichting. Een man liep mijn woning binnen nadat hij aan had gebeld. Ik heb hiervoor geen toestemming gegeven. Daarbij gaf de man aan dat hij geld nodig had en met de trein wilde gaan. Ook wilde hij bellen aangezien hij zijn sleutels kwijt was en zijn vriendin dit zou hebben. Achteraf bleek de man helemaal niet gebeld te hebben terwijl hij mijn telefoon vasthad. Tot slot wilde de man met de
trein naar Alkmaar, maar gaf aan geen geld te hebben. Hierop heb ik 50 euro voorgeschoten. Tot op de dag van vandaag heb ik het geld niet terug gehad.
Ik ben eigenaar van de rijtjeswoning op de [adres 2] te [plaats 1] .
op woensdag 08 november 2023 om 14:26 uur werd er aangebeld. Ik zag dat er een man bij mijn voordeur stond. de man zag er als volgt uit:
-blanke huidskleur;
-donker haar;
-rond de 25 jaar;
-netjes gekleed;
-175 tot 185 centimeter;
-zwart pak met grote kleurrijke figuren;
-sportschoenen.
3. [aangever 3] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Plaats delict : [adres 3] , [postcode 2] [plaats 1]
Op 26 oktober omstreeks 16:45 uur hoorde ik dat er werd aangebeld bij mijn woning. (…) Toen ik mijn voordeur opendeed zag ik een man staan. Ik kan de man als volgt omschrijven:
-Man;
-1,70 meter (hij was iets groter dan mij);
-donker haar;
-2 kapotte voortanden;
-Droeg een dun, grijs trainingsvest;
-Droeg een trainingsbroek met witte strepen aan de zijkant.
Ik hoorde dat de man aan mij vroeg of ik hem herkende. Ik herkende de man niet. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat ik voor hem wel eens een voetbal uit mijn tuin had gehaald wanneer hij die over de struiken had geschopt in zijn jeugd.(…) Ik hoorde dat de man tegen mij zei dat hij het huis van mijn recent overleden overbuurvrouw, [A] , had gekocht. Ik hoorde dat hij mij vertelde dat hij erg van slag was omdat er een familielid van zijn vriendin een hersenbloeding had en ik hoorde dat hij mij vertelde dat hij hierdoor zichzelf van zijn woning had buiten gesloten. Ik hoorde dat de man zich aan mij voorstelde als [verdachte] (fonetisch). Ik heb weinig mogelijkheid gekregen om iets tegen [verdachte] te zeggen omdat hij aan het woord bleef. Ik hoorde [verdachte] aan mij vragen of hij zijn vriendin mocht bellen zodat ze hem de sleutel van het huis kon brengen. Ik ben vervolgens naar binnen gelopen om voor [verdachte] mijn telefoon te pakken. Ik zag dat [verdachte] achter mij aan is gelopen omdat hij plotseling achter mij stond in de woonkamer van mijn woning.
Ik gaf mijn telefoon aan [verdachte] zodat hij zijn vriendin kon bellen. Ik hoorde dat hij vroeg of hij mocht gaan zitten. Ik zei tegen hem dat dit mocht. (…) Ik zag dat [verdachte] een schrikbeweging maakte toen ik de spullen op de grond naast hem oppakte. Ik dacht 'Dit is raar'. (…) Ik hoorde dat [verdachte] mij vertelde dat zijn vriendin tot 22:00 uur in Alkmaar aan het werk was en dat hij daar heen moest komen. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij geen geld had en vervolgens aan mij vroeg of ik een anonieme OV-chipkaart in mijn bezit had. Ik vertelde aan [verdachte] dat ik die had en dat hij die van mij mocht lenen. Ik hoorde vervolgens [verdachte] zeggen dat dat niet handig is omdat we niet weten hoeveel er op de OV-chipkaart staat. Ik hoorde dat [verdachte] aan mij vroeg of hij geld van mij kon lenen voor de treinreis. (…) Uit goede wil en behulpzaamheid gaf ik [verdachte] 50 Euro zodat hij zich deze avond kon redden.
Ik hoorde dat [verdachte] aan mij vroeg welke tuinman ik had, aangezien hij van plan was om de tuin van zijn nieuwe woning op te laten knappen. Ik vertelde hem dat ik niet meer de naam wist van de tuinman die mijn tuin heeft aangelegd. Ik hoorde dat [verdachte] aan mij vertelde dat hij zijn tuin ging laten doen door het bedrijf [bedrijf] .(…) Ik zag dat er omstreeks 17:10 een trein reed richting Alkmaar en vertelde aan [verdachte] dat hij die trein kon halen als hij terstond zou vertrekken. (…) Ik zag vervolgens dat [verdachte] mijn huis uit rende en vervolgens met een sprint de verkeerde kant op sprintte, deze richting was niet logisch gezien de locatie van het station van [plaats 1] . Ik zag vervolgens dat er niet was gebeld met mijn telefoon,
4. [aangever 4] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 16 november 2023 bevond ik mij in mijn woning gelegen aan de [adres 4] te [plaats 1] . (…) Omstreeks 11.00 uur belde er iemand aan bij mijn woning. Ik deed de deur open en ik zag een man staan. Ik kan de man als volgt omschrijven:
- blanke man
- plat kort donker haar
- rond de 1.65 meter lang
- normaal postuur
- donkere kleur trui.
- donkere kleur broek
Ik zag dat de man zijn twee voortanden mistte. ik zag ook dat hij geen jas droeg.
Ik hoorde de man zeggen dat hij aan de overkant woonde. Ik herkende de man niet als een van mijn overburen, terwijl ik mijn buren meestal wel herken. Ik hoorde de man zeggen dat hij een pakketje van DHL thuis verwachtte maar dat hij bij het kijken in zijn brievenbus buiten de woning de deur achter zich had dichtgedaan. Ik hoorde hem zeggen dat hij geen sleutel bij zich had. Ik hoorde hem vragen of hij binnen in mijn woning zijn vrouw kon bellen met mijn telefoon. ik heb de man toen binnen gelaten. Toen de man binnen kwam gaf ik de man de huistelefoon. Ik zag dat hij de telefoon gebruikte.(…) Ik heb achteraf in de historie van de oproepen van mijn huistelefoon gekeken en ik zag tot mijn verbazing dat de man niet met een nummer had gebeld.
Ik hoorde de man zeggen dat hij richting Zaandam moest met de trein. Ik weet dat een treinkaartje duur is dus ik bood de man tien euro aan. Ik hoorde de man zeggen dat het niet genoeg was. Ik hoorde hem zeggen dat een treinkaartje 17,70 euro kostte. Ik heb de man toen 20 euro aangeboden. De man is toen rond 11.15 uur vertrokken.
5. [aangever 5] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 11 november 2023 omstreeks 13:00 uur was ik thuis en stond bij mij een man voor de deur. Ik opende de voordeur en zag een voor mij onbekende man staan. De man stelde zich voor als de nieuwe buurman van de hoek. Hij had zich buiten gesloten vertelde hij mij. Hij vroeg aan mij of hij zijn vriendin mocht bellen. Ik ging daarmee akkoord en liet hem mijn huis binnen. Hij stelde zichzelf voor als ene
[naam 1] of iets dergelijks. Ik heb de man mijn telefoon gegeven en ik denk dat hij daarop ongeveer 10 minuten heeft gebeld. In mijn telefoon staat het volgende nummer die ik niet ken: [telefoonnummer] . Ik weet niet of hij hiermee heeft gebeld. Maar ik ken het nummer niet.
Vervolgens hoorde ik hem zeggen dat hij terug moest naar Alkmaar met de trein omdat zijn vriendin pas rond 20:00 uur a 21:00 uur in [plaats 1] kon zijn. Hij vroeg vervolgens aan mij of ik in goed vertrouwen geld kon uitlenen voor de trein. Hij liet
zien dat dit een duur kaartje was. Hij liet dit zien op mijn telefoon. Ik zag op Google dat dit 49 euro was. Hij vroeg daarna of hij iets meer mocht lenen voor een kop koffie op het station.
(…) De man vertelde mij dat hij hovenier is en dat hij later dit jaar wel mijn tuin kon komen onderhouden en zodoende het geld terug kon betalen.
Ik heb de man dus in goed vertrouwen 70 euro geleend. Ik heb geen toestemming aan de man gegeven om het geld voor zichzelf te houden.
Ik kan de man als volgt beschrijven:
-blank;
-donkerblond, kort haar;
-rond de 1 meter 75 lang;
-rond de 35 jaar oud;
-zwarte joggingsbroek met rode letters op de rechter broekspijp;
(…)
Op maandag 13 november heb ik het verhaal verteld aan [B] . [B] helpt bij buurthuis [naam 2] . Dat is in dezelfde straat als waar ik woon op nummer [huisnummer 2] . [B] herkende het verhaal uit de krant en liet mij een foto zien uit het krantenartikel. Ik zag dat de man op de foto van het krantenartikel dezelfde man was die bij mij in de woning is geweest. Dit artikel komt uit de [naam krant] . Ik zal de foto van
het krantenartikel aan deze aangifte toevoegen. Ik hoorde [B] zeggen dat hij uit [plaats 2] kwam en [bijnaam] wordt genoemd.
Daarnaast hoorde ik haar zeggen dat hij [verdachte] zou heten.
6. [aangever 6] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 14 november 2023 omstreeks 15.00 was ik thuis aan het werk. Ik ben woonachtig in de [adres 5] te [plaats 1] .
Ik zag dat er een mij onbekende man voor de deur stond. Ik ben naar mijn voordeur gelopen en heb deze geopend. Ik hoorde de man zich voorstellen als de buurman van huisnummer [huisnummer 3] . Ik hoorde de man zeggen dat hij de woning aan het verbouwen was en dat hij de deur achter zich had dicht getrokken en er niet meer in kon, al zijn spullen lagen nog in de woning. De man vroeg of hij mocht bellen. Dit vond ik prima. Ik wilde vanuit de woonkamer mijn mobiele telefoon gaan pakken. Echter zag ik dat de man mij volgde, mijn woning in. Hij vroeg mij of hij in de gang mocht wachten. Dit vond ik prima, het was tenslotte koud buiten. Alleen bleef de man niet in de gang staan, maar ik zag dat hij
mee liep naar de gang welke richting mijn woonkamer is. Ik vroeg hem de deur te sluiten in verband met mijn katten.
Ik opende mijn woonkamer deur, de man keek mijn woonkamer binnen en zag mijn computer staan, maar zag ook dat de camera van deze computer aan stond. Ik zat namelijk in een vergadering, toen de man bij mij aanklopte. De man wilde duidelijk niet gezien worden en is achter mij langs gelopen mijn woonkamer in. Ik hoorde hem zeggen:" Ik loop wel achter jou langs, ik wil niet storen".
De man is op mijn bank gaan zitten. Ik pakte mijn telefoon en gaf deze aan de man. Hij begon een telefoonnummer op te noemen. Ik weet niet meer welk nummer hij noemde. Mijn telefoon werkte niet. Ik gaf hem mijn werk mobiel, hij belde naar een telefoonnummer en voerde een gesprek. Achteraf bedenk ik mij, dit was een eenzijdiggesprek. De man had niemand aan de telefoon. Ik hoorde namelijk helemaal niets aan de andere en dit hoor echt wel als iemand belt. Hij had verteld dat hij zijn vriendin ging bellen. Zijn vriendin werkte in een hotel en was op dat moment in Alkmaar. Ik hoorde hem vragen, maar hoe kom ik daar dan. Dit is een paar herhaald deze vraag, en vervolgens hoor ik hem zeggen:" misschien kan ik iets met de buurman regelen".
Door het vreemde gesprek welke de man had aan de telefoon en ik niets hoorde en de opmerking, met de buurman regelen kreeg ik argwaan. Ik wilde dit niet laten merken. Ik hoorde dat hij de oplossingen die zijn vriendin voorstelde, hard herhaalde zodat
ik dit ook kon horen. Ik hoorde onder andere: Of ik wellicht een OV kaart had die hij kon lenen, of dat ik een treinkaart voor hem zou willen kopen. Direct liet ik weten dat ik mijn OV kaart niet kon uitlenen. De optie die ik hem gaf was dat ik hem cash geld zou geven voor de reis. Dit vind hij prima, en zegt meteen dat ik dit geld snel terug zou krijgen. Ik heb hem een briefje twintig euro gegeven.
(…)
Ik ben opgelicht met een verhaal en zo is mij geld afhandig gemaakt.
De man die aan mijn deur kwam kan ik als volgt omschrijven:
-blanke man
-30/40 jaar
-170/175 cm
-donker blond, kort haar warrig.
-beginnende baard groei
-miste flink wat tanden
-mager postuur.
-zwart T-shirt vervaagde print
-dun donker vestje
-zwarte broek scheur in de rechter knie.
7. [aangever 7] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Plaats delict : [adres 6] , [postcode 3] [plaats 1]
"Op woensdag 1 november 2023, omstreeks 16.30 uur, zat op de bank. Ik hoorde de deurbel (…) Ik zag op het scherm een man staan. Ik liep naar de algemene toegangsdeur en opende deze. De man vertelde mij dat hij aan de overkant van de straat op de [adres 7] aan het werk was. Ik hoorde de man tegen mij zeggen dat tijdens zijn werkzaamheden de deur dicht was gevallen. Ik hoorde de man tegen mij zeggen dat hij was buitengesloten en dat al zijn persoonlijke spullen in de woning lagen. De man vroeg aan mij of hij mocht bellen. Ik vertrouwde de man omdat ik wist dat er al ongeveer 6 weken werkzaamheden waren op de [adres 7] . Ik liet de man in mijn woning om te bellen met mijn huistelefoon.
De man was aan het bellen, ik heb niet geluisterd naar het gesprek. Toen de man mijn telefoon had opgehangen, hoorde ik de man tegen mij zeggen dat hij naar Alkmaar moest om de huissleutel op te halen. Ik hoorde de man aan mij vragen of ik geld had voor een treinkaart. Omdat ik een hekel heb aan de trein, had ik de man in goed vertrouwen mijn auto aangeboden om naar Alkmaar te rijden.
Ik hoorde de man tegen mij zeggen dat hij toch nog wat geld nodig had. Ik gaf hem in goed vertrouwen 70 Euro en mijn autosleutels, mijn auto was toen nog in goede staat.
(…)
Ik kan de man als volgt omschrijven;
Man
Donker haar
Ongeschoren gezicht
Slank postuur
170-175 cm lang
Ongeveer 40 jaar
Zwarte werkkleding met een blauw logo of een blauw werk erin
Zwarte werkschoenen
Sprak keurig Nederlands
8. De
verklaring van verdachteter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik herken de benadeelde partij die in de zaal zit. Ik ben bij de heer [aangever 6] binnen in de woning geweest en heb geld van hem gekregen. (…)
Ik ben binnen geweest bij mevrouw [aangever 5] . Ik moest eerst bellen. Ik heb op dat moment gezegd dat ik mijzelf had buitengesloten.(…) Het kan wel dat ik € 70,- van haar heb gekregen.
Bewijsoverweging
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van de aangevers. Zij beschrijven telkens dezelfde gang van zaken. Steeds doet een man zich voor als hun nieuwe buurman, die de deur in het slot heeft laten vallen en geen sleutel, portemonnee en telefoon bij zich heeft. Deze man belt aan en vraagt of hij naar zijn vriendin mag bellen. Uit meerdere verklaringen blijkt dat de man vervolgens net doet alsof hij belt. Daarna vraagt hij of hij geld kan lenen voor een treinkaartje naar Alkmaar of Zaandam. De aangevers geven bedragen af variërend van € 20,- tot € 70,-. Geen van de aangevers heeft naderhand geld terug gekregen. Uit hun verklaringen volgt dat de betreffende man verdachte moet zijn geweest. Naast dat aangevers steeds dezelfde, heel specifieke werkwijze beschrijven, geven zij ook een signalement dat past bij dat van verdachte, waarbij in meerdere gevallen met name het missen van een aantal voortanden opvalt. Voorts worden de verklaringen van aangevers [aangever 6] en [aangever 5] ondersteund door de eigen verklaring van verdachte. Verdachte heeft immers verklaard dat hij bij deze aangevers in de woning is geweest en van hen beiden geld heeft ontvangen. Verdachte heeft verklaard dat dit geld een voorschot was voor het onderhoud dat hij aan de tuin zou gaan uitvoeren, hetgeen gelet op de verklaringen van de aangevers en het overige in het dossier, ongeloofwaardig is.
Verdachte heeft ter terechtzitting voor het eerst verklaard dat sprake zou zijn van een zogenaamde copycat; een ander persoon zou de boven beschreven werkwijze van verdachte hebben overgenomen. Verdachte is namelijk eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten als het onderhavige feit en zou over zijn criminele verleden aan een man hebben verteld. Daarbij zou hij ook zijn modus operandi hebben gedeeld. Naar het oordeel van de rechtbank is dit alternatieve scenario niet alleen vergezocht, maar ook op geen enkele manier aannemelijk gemaakt. De rechtbank is gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van alle aangevers.