In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 8 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 15 november 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder dit besluit uiterlijk op 25 april 2024 moet doen. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in overeenstemming gebracht met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die nadere beslistermijnen heeft vastgesteld voor dit soort zaken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.