ECLI:NL:RBMNE:2024:1396

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
23/2948-V
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Woo-verzoek

Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een opposant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank van 22 september 2023. In die eerdere uitspraak werd het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen tijdige beslissing was genomen op zijn Woo-verzoek. De opposant heeft tegen deze uitspraak verzet aangetekend, waarbij hij betwistte dat hij de aangetekende nota voor het griffierecht had ontvangen en stelde dat er geen 'niet-thuis bericht' was achtergelaten. Hij voerde aan dat hij een 'Nee-Nee-sticker' heeft, waardoor hij nauwelijks post ontvangt, en dat hij direct na ontvangst van de reguliere post nota het griffierecht alsnog heeft betaald.

De rechtbank heeft in deze verzetprocedure de eerdere uitspraak beoordeeld en geconcludeerd dat er twijfels zijn over de bezorging van de griffierechtnota door PostNL. De rechtbank was van mening dat, gezien de recente problemen met de bezorging van aangetekende post en de toelichting van de opposant, niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de griffierechtnota daadwerkelijk was bezorgd. De rechtbank heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 22 september 2023 vervalt. De rechtbank zal de behandeling van het beroep voortzetten en de opposant ontvangt hierover nog bericht. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten.

Deze uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2948-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 februari 2024 op het verzet van

[opposant] , te [woonplaats] , opposant.

Procesverloop

Opposant heeft beroep ingediend tegen het niet op tijd nemen van beslissing met betrekking tot zijn Woo-verzoek.
In de uitspraak van 22 september 2023 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak een verzetschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft de uitspraak van 22 september 2023 gedaan zonder dat zij een zitting heeft gehouden. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als over de uitkomst van de procedure in redelijkheid geen twijfel mogelijk is.
2. In deze verzetprocedure is de beoordeling van de rechtbank beperkt tot de vraag of de uitspraak van de rechtbank van 22 september 2023 in stand kan blijven. Zo ja, dan is het verzet ongegrond en blijft de eerdere uitspraak in stand. Zo nee, dan is het verzet gegrond en vervalt de eerdere uitspraak.
3. Volgens opposant is de uitspraak van de rechtbank van 22 september 2023 niet juist. Opposant betwist namelijk dat hij de aangetekende nota voor het griffierecht heeft ontvangen. Ook is er bij hem geen “niet-thuis bericht” achtergelaten. Het is volgens hem ook onwaarschijnlijk dat het niet-thuis bericht wel in de brievenbus is gedaan, maar tussen andere post is zoekgeraakt. Opposant heeft namelijk een “Nee-Nee-sticker”. Daardoor ontvangt hij nauwelijks nog post. Hij heeft ook direct nadat hij de per reguliere post verzonden nota heeft ontvangen, het griffierecht alsnog betaald.
4. De rechtbank is het eens met opposant. De recente problemen omtrent de bezorging van aangetekende post door PostNL, in combinatie met de door opposant gegeven toelichting, zorgen ervoor dat de rechtbank er niet zeker van kan zijn dat de griffierechtnota daadwerkelijk is bezorgd. Dit dus in weerwil van de vermelding op de zogenoemde Track & Trace van PostNL. Daarnaast is de griffierechtnota op 28 augustus 2023 per reguliere post nagezonden en heeft opposant op 30 augustus 2023 alsnog betaald.
5. Dit betekent dat het verzet gegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank van
22 september 2023 vervalt. Het vervallen van de eerdere uitspraak betekent dat de rechtbank de behandeling van het beroep zal voortzetten. Opposant krijgt over de verdere behandeling nog bericht.
6. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.