In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 8 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 20 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 23 februari 2023 in gebreke was gesteld en eiseres pas op 25 januari 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht. De rechtbank heeft de dwangsomregeling van de Awb in deze zaak van toepassing verklaard, en verweerder moet de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.