Op 24 januari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/5451. Eiser had op 8 november 2023 beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, welke uitspraak dateert van 9 oktober 2023. De rechtbank heeft in deze zaak besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet op tijd was betaald.
Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-. De rechtbank heeft eiser op 15 december 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk zal behandelen. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.