In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 10 oktober 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 3 januari 2024 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen zes weken na de verzending van de uitspraak. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.