In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 7 september 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 30 oktober 2023 een verweerschrift ontvangen van de verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep oorspronkelijk is ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, maar is doorgestuurd naar de rechtbank Midden-Nederland, die bevoegd is om op het beroep te beslissen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk is.
De rechtbank overweegt dat er geen geschil bestaat over het feit dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft haar beroep ingediend meer dan twee weken na de ingebrekestelling, die op 28 augustus 2023 is verzonden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de verweerder op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de verweerder worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door rechter M.M. Vollebregt-Kuipers en is openbaar uitgesproken op 4 januari 2024. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.