Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
€ 542,-(2 punt(en) x tarief € 271,-)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stedin Netbeheer B.V. en een huurder van een woning in Rotterdam. De eiser, Stedin, vorderde betaling van de huurder voor onbemeterde elektriciteit en herstelkosten van de elektriciteitsmeter, nadat er een hennepkwekerij in de woning was aangetroffen. De huurder betwistte de vordering en stelde dat hij niet betrokken was bij de hennepkwekerij en dat hij bedreigd was om toegang te geven tot de woning. De kantonrechter oordeelde dat de huurder zijn zorgplicht had geschonden, ondanks het feit dat hij was vrijgesproken van diefstal van energie in een strafzaak. De rechter concludeerde dat de huurder onvoldoende toezicht had gehouden en dat de onrechtmatige daad aan hem kon worden toegerekend. De vordering van Stedin werd toegewezen, en de huurder werd veroordeeld tot betaling van € 3.814,11, vermeerderd met wettelijke rente, en tot vergoeding van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als de huurder in hoger beroep gaat.