ECLI:NL:RBMNE:2024:1200

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 maart 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
16/092892-21 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerijen

Op 1 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in de ontnemingszaak tegen een veroordeelde, geboren in 1999, die betrokken was bij hennepkwekerijen in Utrecht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel behandeld. De vordering was gebaseerd op een bedrag van € 307.028,57, dat later werd aangepast naar € 266.305,77, na argumenten van de verdediging dat de veroordeelde geen voordeel had genoten uit een specifieke hennepkwekerij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wel voordeel had verkregen uit andere kwekerijen in Amersfoort en Rotterdam. De rechtbank heeft de netto opbrengst van de hennepkwekerijen berekend en het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 17.943,82. De rechtbank heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om dit bedrag aan de Staat te betalen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft ook de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 359 dagen. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij de oudste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/092892-21 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 maart 2024 op de vordering van de officier van justitie tot ontneming
in de zaak tegen
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: [veroordeelde] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De vordering is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting gehouden op 16 en 17 januari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van officier van justitie mr. R.J.J.S. Visser van hetgeen [veroordeelde] en zijn raadsvrouw mr. M.P. Hilhorst, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.VORDERING

2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De vordering van de officier van justitie van 22 mei 2023 strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan [veroordeelde] opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van dat geschatte voordeel van € 307.028,57.
Op de zitting van 16 januari 2024 heeft de officier van justitie de hoogte van deze vordering gewijzigd en heeft hiertoe naar voren gebracht, dat het niet aannemelijk is dat [veroordeelde] voordeel heeft genoten uit de hennepkwekerij die is aangetroffen in de woning aan de [adres 2] te [plaats 1] . Dit betekent volgens de officier van justitie dat het voordeel ten aanzien van die kwekerij, zoals opgenomen in de berekening wederrechtelijk verkregen voordeel door de politie, in mindering moet worden gebracht op het bedrag van
€ 307.028,57. Uit de hennepkwekerijen in [plaats 1] ( [adres 3] ) en [plaats 2] ( [adres 4] ) heeft [veroordeelde] volgens de officier van justitie wel wederrechtelijk verkregen voordeel verkregen.
De officier van justitie heeft daarom ter terechtzitting gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden geschat op een bedrag van € 266.305,77 en dat [veroordeelde] hoofdelijk de verplichting tot betaling aan de Staat wordt opgelegd ter hoogte van dat geschatte voordeel. Tot slot is volgens de officier van justitie geen sprake van overschrijding van de redelijke termijn, nu pas in februari 2023 aan [veroordeelde] kenbaar is gemaakt dat het Openbaar Ministerie een ontnemingsvordering zou aanbrengen door het leggen van conservatoir beslag.
2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat [veroordeelde] geen geld heeft gekregen uit eventuele opbrengsten van de hennepkwekerijen in [plaats 1] ( [adres 3] ) en [plaats 2] ( [adres 4] ). Voor de hennepkwekerij die is aangetroffen in de woning aan de [adres 2] te [plaats 1] geldt zelfs dat hij geen enkele betrokkenheid had bij deze kwekerij. Wel was hij betrokken bij de hennepkwekerijen in Amersfoort en Rotterdam, maar uit niets blijkt dat hij iets heeft verdiend aan deze kwekerijen. Verder heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat uit het dossier volgt dat [veroordeelde] enkel een uitvoerende rol had en niet meedeelde in de opbrengst. Hij kreeg alleen betaald voor het aantal uren dat hij werkzaamheden was voor deze kwekerijen.

3.BEOORDELING VAN DE VORDERING

3.1
De grondslag van de vordering
Op grond van een veroordeling voor een strafbaar feit kan een ontnemingsvordering worden toegewezen. Voor onderhavige ontnemingsvordering betekent dit, dat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden gelet op voordeel afkomstig uit de strafbare feiten die [veroordeelde] heeft begaan. [veroordeelde] is bij vonnis van 1 maart 2024 van deze rechtbank, voor zover van belang, veroordeeld voor de volgende strafbare feiten:
feit 1 – hennepkwekerij [adres 3] te [plaats 1]
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
in de periode van 6 februari 2020 tot en met 4 juli 2020;
feit 4 – hennepkwekerij [adres 4] te [plaats 2]
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
in de periode van 5 maart 2021 tot en met 28 mei 2021.
3.2
Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel neemt de rechtbank – voor zover niet anders wordt vermeld – tot uitgangspunt wat is opgenomen in het ontnemingsrapport (hierna te noemen: het Rapport). [1] [veroordeelde] heeft de uitgangspunten uit het Rapport niet weersproken.
Nu [veroordeelde] in bovengenoemd strafvonnis niet is veroordeeld voor de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 2] te [plaats 1] en zijn betrokkenheid daarbij op basis van het dossier niet aannemelijk is geworden, schat de rechtbank enkel het wederrechtelijk verkregen voordeel betreffende de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 3] te [plaats 1] en de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 4] te [plaats 2] .
3.2.1
Netto opbrengst hennepkwekerij [adres 3] te [plaats 1]
Periode
In bovengenoemd strafvonnis is [veroordeelde] veroordeeld voor de teelt van hennepplanten in de woning aan de [adres 3] te [plaats 1] in de periode van 6 februari 2020 tot en met 4 juli 2020. Naar het oordeel van de rechtbank is het op basis van het dossier niet aannemelijk dat [veroordeelde] eerder betrokken was bij deze hennepkwekerij. De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel dan ook uit van voornoemde periode. Dat betekent dat de periode 150 dagen beslaat.
Aantal oogsten
Gelet op de periode van 150 dagen en het feit dat de aangetroffen hennepplanten 35 dagen oud waren, gaat de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk voordeel uit van één eerdere oogst. Uitgangspunt hierbij is een gemiddelde kweekcyclus van tien weken (70 dagen) per oogst. [2] In de periode van 115 dagen (150 dagen minus 35 dagen) kan één keer eerder zijn geoogst, uitgaande van een kweekcyclus van tien weken (70 dagen). Dat er eerder is geoogst is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende indicatoren aanwezig bleken.
Hennepplantenresten
Droge resten van hennepplanten waren aangetroffen. Kweekruimte 1 betrof een van de
slaapkamers op de eerste verdieping. In deze slaapkamer werd een kweektent van 6 m2
aangetroffen met hierin 64 hennepplanten. In dezelfde slaapkamer, buiten de kweektent, werden tien gebruikte plantenbakken met daarin wortel en aarderesten aangetroffen. Dit waren dezelfde plantenbakken als in kweektent stonden.
Op kalk gelijkende afzetting
In de kweekruimten bevond zich op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de
onderzijde van de plantenpotten. De hoogte van de op kalk gelijkende afzetting aan de
onderzijde van de potten en op het zeil tegen de opstaande rand kwam overeen. In de kweekruimte bevond zich op het gebruikte bevloeiingssysteem (het [3] water-/voedingsvat, de dompelpomp, circulatiepomp, vatverwarmer, filters, leiding, stekers, sproeiers) op kalk gelijkende afzetting.
Stof op koolstoffilters
De aangetroffen koolstoffilters waren in de kwekerij bevestigd met een spanband. Het
filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaatsen waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kwekerij is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kwekerij waren bevestigd. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij, komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht.
Gebruikte lampen
In de slaapkamer op de eerste verdieping, kweekruimte 1, was een aantal gebruikte lampen aangetroffen. Deze gebruikte lampen kwamen in aantal en vermogen overeen met het aantal lampen aangetroffen in de kweekruimte, wat er op duidt dat er sprake is geweest van één of meerdere oogst(en). Na verloop van tijd blijkt dat de lichtsterkte van lampen afneemt, waardoor opbrengsten significant verminderen. Lampen dienen dan vervangen te worden.
Potgrond/wortelresten
In kweekruimte 2 werden 195 plantenbakjes met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich wortelresten van hennepplanten, wat er op duidt dat er sprake is geweest van een eerdere oogst.
Gebruikte koolstoffilters
In de slaapkamer op de eerste verdieping, kweekruimte 2, was een aantal gebruikte, vervuilde koolstoffilters aangetroffen. Deze gebruikte, vervuilde koolstoffilters kwamen in aantal, grootte en capaciteit overeen met het aantal koolstoffilters aangetroffen in de kweekruimte, wat er op duidt dat er sprake is geweest van één of meerdere oogst(en). Het koolstof in het filter raakt na verloop van tijd door het gebruik verzadigd, verliest zijn werking, waarna het koolstoffilter dient te worden vervangen.
Stof op voorwerpen
Er lag een niet doorbroken stoflaag op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen. Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge
kweekmedium waarin de hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de
afgewerkte lucht in de kwekerij, komen deze stofdeeltjes op voormelde goederen terecht.
Overige indicator(en)
Vervuild watervat met dompelpomp. Een plantenbak met daarin aarde, de resten van een kartonnen voorkweekbak en een [4] stekblokje met daarin een afgeknipte stengel van een volwassen hennepplant. [5]
Financiële bruto opbrengst per oogst
Vaststelling opbrengst per oogst in kweekruimte 1
Aangetroffen planten/potten
In de eerste kweekruimte stonden 64 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de eerste kweekruimte was 6 m2. Per vierkante meter stonden er 11 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
In het rapport van Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 is een tabel opgenomen
met daarin de opbrengst per hennepplant. Deze opbrengst is afhankelijk van de hoeveelheid hennepplanten op een vierkante meter. Hieruit blijkt, dat hoe lager het aantal planten op een vierkante meter, hoe hoger de opbrengst per plant. De opbrengst aan hennep per plant van de kweekruimte 1 is volgens de tabel minimaal 30,0 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 64 planten x 30,0 gram = 1,92 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 1,92 kilogram x € 4.070,00 =
€ 7.814,40.
Vaststelling opbrengst per oogst in kweekruimte 2
Aangetroffen planten/potten
In de tweede kweekruimte stonden 112 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de tweede kweekruimte was 9 m2. Per vierkante meter stonden er 13 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
De opbrengst aan hennep per plant van de tweede kweekruimte is volgens de eerder genoemde tabel minimaal 29,1 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 112 planten x 29,1 gram = 3,2592 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per kilogram. [6] De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 3,2592 kilogram x € 4.070,00 =
€ 13.264,94.
Vaststelling opbrengst per oogst in kweekruimte 3
Aangetroffen planten/potten
In de derde kweekruimte stonden 437 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de 3e kweekruimte was 23 m2. Per vierkante meter stonden er 19 hennepplanten en/of potten.
Opbrengst hennep per plant
De opbrengst aan hennep per plant van de derde kweekruimte is volgens de eerder genoemde tabel minimaal 26,2 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 437 planten x 26,2 gram = 11,4494 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 11,4494 kilogram x € 4.070,00 =
€ 46.599,06. [7]
Kosten
Elektriciteit
De elektriciteit werd op illegale wijze afgenomen. Omdat [veroordeelde] de door Stedin in rekening gebrachte kosten niet heeft voldaan, worden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht.
Knippers
Uit het onderzoek rijst de verdenking dat voor het knippen van de hennepplanten geen kosten zijn gemaakt. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zullen daar dan ook geen kosten voor worden afgetrokken.
Kosten huisvesting
Uit het onderzoek rijst het vermoeden dat er ten behoeve van de huisvesting geen extra kosten gemaakt zijn. De woning aan de [adres 3] te [plaats 1] werd gehuurd door [A] .
Kostenberekening opbrengst hennep (per kweekruimte)
Kostenberekening kweekruimte 1
Afschrijvingskosten
€ 150,00 (Tabel pagina 3 rapport van FPZ 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 243,84 (€ 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten
€ 248,32 (€ 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten
€ 642,16
Kostenberekening kweekruimte 2
Afschrijvingskosten
€ 150,00 (Tabel pagina 3 rapport van FPZ 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 426,72 (€ 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten
€ 434,56 (€ 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten
€ 1.011,28
Kostenberekening kweekruimte 3
Afschrijvingskosten
€ 300,00 (Tabel pagina 3 rapport van FPZ 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 1.664,97 (€ 3,81 per stek/plant) [8]
Variabele kosten
€ 1.695,56 (€ 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten
€ 3.660,53
De netto opbrengst van één oogst
Kweekruimte 1
Bruto opbrengst één oogst € 7.814,40 minus kosten kweekruimte 1 één oogst € 642,16 is
€ 7.172,24.
Kweekruimte 2
Bruto opbrengst één oogst € 13.264,94 minus kosten kweekruimte 2 één oogst € 1.011,28 is € 12.253,66.
Kweekruimte 3
Bruto opbrengst één oogst € 46.599,06 minus kosten kweekruimte 3 één oogst € 3.660,53 is € 42.938,53.
De totale netto opbrengst van één oogst in de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 3] te [plaats 1] betreft
€ 62.364,43.
3.2.2
Netto opbrengst hennepkwekerij [adres 4] [plaats 2]
Periode
In bovengenoemd strafvonnis is [veroordeelde] veroordeeld voor de teelt van hennepplanten in het pand aan de [adres 4] te [plaats 2] in de periode van 5 maart 2021 tot en met 28 mei 2021. De rechtbank gaat bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van voornoemde periode.
Aantal oogsten
Gelet op de Rapportage diefstal energie van Stedin Netbeheer B.V. [9] gaat de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit van één eerdere oogst in kweekruimte 2 en één oogst in kweekruimte 3. In dat rapport staat namelijk dat in kweekruimte 1 een periode van 69 dagen al was verstreken. De rechtbank maakt hieruit op dat de hennepplanten in kweekruimte 1 oogstklaar waren. Gelet op de periode (5 maart 2021 tot en met 28 mei 2021) neemt de rechtbank in afwijking van het Rapport één eerdere oogst in kweekruimte 1 niet mee in de berekening. Dat er eerder is geoogst in kweekruimte 2 en 3 is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende indicatoren aanwezig bleken. [10]
Plantenresten
Op de tweede etage (
de rechtbank begrijpt: kweekruimte 2) bevond zich een growtent. In deze growtent zijn meerdere potten aangetroffen met daarin potgrond en plantenresten. Er werden natte resten van hennepplanten aangetroffen. Op de eerste etage (
de rechtbank begrijpt: kweekruimte 3) bevond zich een growtent. In deze growtent werden meerdere potten aangetroffen met daarin hennepplanten.
Gebruikte lampen
In de growtenten op de eerste en tweede etage werden in totaal 23 gebruikte lampen aangetroffen. Deze gebruikte lampen kwamen in aantal en vermogen overeen met het aantal
lampen aangetroffen in de kweekruimtes, wat er op duidt dat er sprake is geweest van een eerdere oogst. Na verloop van tijd blijkt dat de lichtsterkte van lampen afneemt, waardoor opbrengsten significant verminderen. Lampen dienen dan vervangen te worden.
Stof op voorwerpen
Er lag een niet doorbroken stoflaag op:
  • de kappen van de armaturen van de assimilatielampen;
  • de aanwezige elektra.
Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt
door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin de
hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de
kwekerij, komen deze stofdeeltjes op voormelde goederen terecht.
Verkleuring van houten latten
Het hout van de latten waaraan de assimilatielampen waren opgehangen was verkleurd op
de plaatsen waar de lampen waren bevestigd aan de lat.
Knippen van hennep
In de growtent op de eerste etage werd één knipschaar aangetroffen. Op deze knipschaar bevonden zich hennepresten.
Potgrond/wortelresten
In twee rolcontainers op de begane grond, en in een ruimte op de tweede verdieping, werd een aantal vuilniszakken met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich gebruikte stekblokjes/rondjes en wortelresten. Verder hadden diverse stukken samengeperste potgrond dezelfde vorm en inhoud als de lege potten die in de kwekerij waren aangetroffen. Aannemelijk is dat deze potgrond zich in een eerder stadium in deze potten had bevonden. In de al geoogste hennepkwekerij waren 100 potten met potgrond aangetroffen. In deze potgrond bevonden zich wortelresten van hennepplanten, wat erop duidt dat er sprake is geweest van een eerdere oogst.
Verpakkingsmaterialen
Op de begane grond was één pot aangetroffen, waarin normaliter hennepstekken worden
geplaatst voor de wortelgroei en het vervoer hiervan. In de eerste/tweede etage waren vijf jerrycans aangetroffen, waarin normaliter groei -en/of bloeimiddel is verpakt. Er werden vijf Jerrycans van het merk Ferro met een inhoudsmaat van 10 liter aangetroffen. [11]
Daarnaast maakt de rechtbank uit het OVC gesprek van 28 mei 2021 op dat hennepplanten in twee ruimtes zijn geoogst. In dat OVC gesprek, welke plaatsvond op de dag dat de politie de hennepkwekerij aantrof, zegt medeveroordeelde [medeveroordeelde 1] het volgende: “
Maar ja. Ze hebben dus een grote en een kleine hebben ze eruit. Nou dat zal de materialen dan wel dekken”. [12] De ‘grote’ en ‘kleine’ komt ook overeen met het aantal planten(bakken) dat is aangetroffen op de verschillende etages. De eerste en derde kweekruimte betroffen grote kweekruimtes (van meer dan 200 planten) en de tweede kweekruimte was een relatief kleine kweekruimte (van 100 planten). De derde kweekruimte was oogstrijp en dus nog niet geoogst.
Financiële bruto opbrengst per oogst
In het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij onder nummer PL1700-2021160262-1 is de berekening “Aantal aangetroffen planten : oppervlakte = aantal planten per m2” niet juist
berekend. In deze rapportage is de berekening aangepast.
CO2 gebruik
Bij het kweken van de hennepplanten bleek sprake van het toevoegen van CO2. Toepassing
van CO2 zorgt voor een versnelling van de processen in de hennepplant en zorgt voor een
vermeerdering van de opbrengst in gewicht per hennepplant van 20% - 40%. In de hierna
vermelde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt in het voordeel van
[veroordeelde] uitgegaan van een meeropbrengst van 20% per hennepplant.
Vaststelling opbrengst per oogst in kweekruimte 2
Aangetroffen planten/potten
In de tweede kweekruimte werden 100 lege potten aangetroffen met hennepresten. [13] De oppervlakte van de beplanting in de tweede kweekruimte is niet vastgesteld. Volgens de norm van het rapport van het Functioneel Parket 2016 en de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht wordt, indien het aantal planten per vierkante meter niet bekend is, uitgegaan van 15 planten per vierkante meter, en de daarbij behorende opbrengst van 28,2 gram per plant.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst in de tweede kweekruimte bedraagt: 100 planten x 28,2 gram = 2.8 kilogram + 20% = 3,3 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per
kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst in de tweede kweekruimte bedraagt minimaal 3,3 kilogram x € 4.070,00 = € 13.431,00.
Vaststelling opbrengst per oogst in kweekruimte 3
Aangetroffen planten/potten
In de derde kweekruimte stonden 252 hennepplanten en/of potten. De oppervlakte van de beplanting in de derde kweekruimte was 24 m2. Per vierkante meter stonden er elf hennepplanten.
Opbrengst hennep per plant
De opbrengst aan hennep per plant van de derde kweekruimte is volgens de tabel uit het rapport van Functioneel Parket Afpakken minimaal 30,0 gram.
Opbrengst hennep per oogst
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 252 planten x 30,0 gram = 7,5 kilogram + 20% = 9 kilogram.
Financiële opbrengst per oogst
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het
rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 9 kilogram x € 4.070,00 = € 36.630,00. [14]
Kosten
Elektriciteit
De elektriciteit werd op illegale wijze afgenomen. Omdat [veroordeelde] de door Stedin in rekening gebrachte kosten niet heeft voldaan, worden geen kosten voor elektriciteit op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering gebracht. [15]
Knippers
Uit het onderzoek rijst de verdenking dat [veroordeelde] voor het knippen van de hennepplanten geen kosten heeft gemaakt. Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zullen daar dan ook geen kosten voor worden afgetrokken.
Kosten huisvesting
Er zijn tijdens het onderzoek geen aanwijzingen gevonden voor extra kosten voor de
huisvesting. Geen van de verdachten heeft een verklaring hierover willen afleggen.
Kostenberekening opbrengst hennep (per kweekruimte)
Kostenberekening kweekruimte 2
Afschrijvingskosten
€ 100,00 (Tabel pagina 3 rapport van FPZ 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 381,00 (€ 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten
€ 388,00 (€ 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten
€ 869,00
Kostenberekening kweekruimte 3
Afschrijvingskosten
€ 200,00 (Tabel pagina 3 rapport van FPZ 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 960,12 (€ 3,81 per stek/plant) [16]
Variabele kosten
€ 977,76 (€ 3,88 per stek/plant)
Totaal aan kosten
€ 2.137,88
De netto opbrengst van één oogst
Kweekruimte 2
Bruto opbrengst één oogst € 13.431,00 minus kosten kweekruimte 2 één oogst € 869,00 is
€ 12.562,00.
Kweekruimte 3
Bruto opbrengst één oogst € 36.630,00 minus kosten kweekruimte 3 één oogst € 2.137,88 is € 34.492,12.
De netto opbrengst van één oogst in kweekruimte 2 en 3 in de hennepkwekerij in het pand aan de [adres 4] te [plaats 2] betreft
€ 47.054,12.
3.2.3
Toerekening van het voordeel
Hennepkwekerij Amersfoort
[veroordeelde] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niets heeft verdiend aan de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 3] in [plaats 1] . De rechtbank vindt dit onaannemelijk, nu hij al sinds 6 februari 2020 betrokken was bij de hennepkwekerij. Daarnaast blijkt uit het dossier dat hij niet alleen de hennepplanten verzorgde, maar ook dat hij geld over heeft gemaakt naar [B] , die van dat geld vervolgens de huur voor de woning betaalde. [B] bleek samen met [A] de huurder te zijn van de woning. [17] Dat maakt dat de rechtbank hem een grotere rol toebedeelt dan hij doet voorkomen. Uit het dossier komen dus in ieder geval drie betrokkenen bij de kwekerij naar voren ( [veroordeelde] , [A] en [B] ). De rechtbank vindt het verder aannemelijk dat [veroordeelde] , [B] en [A] alle drie niet de investeringen hebben gedaan ten behoeve van het opzetten van de hennepkwekerij, maar dat een andere persoon dit heeft moeten doen. Uit het dossier volgt namelijk dat zij hier financieel niet toe in staat waren.
In het voordeel van [veroordeelde] gaat de rechtbank er aldus vanuit dat er vier betrokkenen waren en [veroordeelde] 25% van de opbrengsten uit de hennepkwekerij in Amersfoort heeft verkregen. Dit betekent dat de rechtbank het wederechtelijk verkregen voordeel voor 25% toerekent aan [veroordeelde] , te weten een bedrag van (25% van € 62.364,43 is)
€ 15.591,11.
Hennepkwekerij Rotterdam
[veroordeelde] was samen met medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] , [medeveroordeelde 2] , [medeveroordeelde 3] en [medeveroordeelde 4] betrokken bij de hennepkwekerij in Rotterdam. De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat er geen verdeling kan worden gemaakt op basis van het dossier en dat de ontnemingsmaatregel hoofdelijk moet worden opgelegd. De rechtbank ziet dit anders. Uit het tapgesprek op 2 april 2021 [18] volgt namelijk dat veroordeelden zelf een verdeling van de opbrengst hanteerden. De rechtbank interpreteert dat tapgesprek zo dat [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 3] ieder 50% van de opbrengsten uit de hennepkwekerij zouden krijgen. De opbrengsten voor [medeveroordeelde 1] zou hij vervolgens verdelen tussen hem en [medeveroordeelde 2] . [veroordeelde] en [medeveroordeelde 4] zouden uit het deel van [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] betaald krijgen voor het aantal uren dat zij werkzaamheden hebben uitgevoerd ten behoeve van de hennepkwekerij.
Gelet op vorenstaande vindt de rechtbank het redelijk om de netto opbrengst van één oogst in kweekruimte 2 en 3 in de hennepkwekerij in Rotterdam als volgt toe te rekenen aan de veroordeelden. De netto opbrengst wordt voor 50 % toegerekend aan [medeveroordeelde 3] , voor ieder 20% aan [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] en voor ieder 5% aan [veroordeelde] en [medeveroordeelde 4] .
Dit betekent dat de rechtbank (5% van € 47.054,12 is) € 2.352,71 aan [veroordeelde] zal toerekenen.
3.2.4
Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank schat het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel door [veroordeelde] op
(€ 15.591,11 plus € 2.352,71 is) € 17.943,82.
3.2.5
Betalingsverplichting
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan voormeld wederrechtelijk verkregen voordeel door [veroordeelde] moet worden gematigd. De rechtbank stelt het bedrag dat door [veroordeelde] dient te worden betaald aan de staat dan ook vast op € 17.943,82.

4.TOEGEPAST WETSARTIKEL

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.BESLISSING

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 17.943,82;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van
€ 17.943,82aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
- bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 359 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mrs. J.P. Killian en A. Maas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk , griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 maart 2024.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het “Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict”, met rapportnummer 02, documentcode FIN-RAP-02, opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] op 6 september 2021 en opgenomen in het aan de strafzaak ten grondslag liggende Financieel Dossier, proces-verbaalnummer 422, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] op 24 januari 2022, doorgenummerde pagina’s 62 tot en met 115.
2.Het Rapport, p. 68.
3.Het Rapport, p. 69.
4.Het Rapport, p. 70.
5.Het Rapport, p. 71.
6.Het Rapport, p. 68.
7.Het Rapport, p. 69.
8.Het Rapport, p. 71.
9.Een geschrift, te weten een rapportage diefstal energie van Stedin Netbeheer B.V., als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] met proces-verbaalnummer PL1700-2021160262-1, Zaaksdossier 3, p. 104.
10.Het Rapport, p. 78.
11.Het Rapport, p. 79.
12.Het proces-verbaal uitwerken OVC Dodge VP897L van verbalisant [verbalisant 5] , documentcode 20210531.1022, Einddossier, p. 750.
13.Het Rapport, p. 77.
14.Het Rapport, p. 78.
15.Het Rapport, p. 79.
16.Het Rapport, p. 80.
17.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] , proces-verbaalnummer PL0900-2020151588-39, Zaaksdossier 1, p. 71 – 91.
18.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] , proces-verbaalnummer 138, Zaaksdossier 3, p. 30 – 32.