Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 27 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 februari 2024 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen Stichting De Alliantie, de verhuurder, en een niet verschenen huurder. De Alliantie vorderde toegang tot de woning van de huurder om dringende werkzaamheden uit te voeren, omdat er lekkage was geconstateerd vanuit de woning van de huurder naar de onderbuurman. Ondanks herhaalde pogingen om contact te leggen met de huurder, reageerde deze niet op de verzoeken van De Alliantie. De kantonrechter oordeelde dat De Alliantie spoedeisend belang had bij de vordering, gezien de toenemende schade door de lekkage. De rechter verleende verstek tegen de huurder, omdat deze niet was verschenen en geen verweer had gevoerd. De vordering om toegang tot de woning te verlenen voor de noodzakelijke werkzaamheden werd toegewezen, evenals de vordering tot tijdelijke en gedeeltelijke ontruiming van de woning indien de huurder niet meewerkte. De huurder werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 945,39 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat De Alliantie het vonnis direct kon uitvoeren.