In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 29 februari 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 28 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder in gebreke is gesteld op 2 april 2022. Eiser heeft pas op 18 januari 2024 beroep ingesteld, wat binnen de wettelijke termijn valt. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterlijke datum van 25 april 2024 voor een vooraankondiging. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.