ECLI:NL:RBMNE:2024:1134
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Indexering van opstalretributie en afwijzing van vorderingen
In deze zaak heeft de besloten vennootschap [eiseres] B.V. [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter in Utrecht. De vordering betreft de indexering van opstalretributie met terugwerkende kracht. [eiseres] heeft op 12 juni 2023 [gedaagde] gedagvaard en na een mondelinge behandeling op 29 november 2023, waarin beide partijen werden bijgestaan door hun gemachtigde, heeft de kantonrechter op 3 januari 2024 vonnis gewezen. De zaak draait om de eigendom van diverse flatgebouwen die [eiseres] op 25 mei 2022 heeft verkregen, belast met een zakelijk recht van opstal. [gedaagde] heeft in het verleden appartementsrechten gekocht, waarbij in de leveringsakten is opgenomen dat de opstalretributie jaarlijks geïndexeerd zal worden. [eiseres] heeft echter de retributie over de jaren 2017 tot en met 2021 niet geïndexeerd en heeft in 2022 aangekondigd de retributie met terugwerkende kracht te verhogen. [gedaagde] heeft hiertegen geprotesteerd en de zaak is voor de rechter gekomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] geen opeisbare vordering heeft voor de terugwerkende kracht van de indexering, maar dat zij wel de bevoegdheid heeft om vanaf augustus 2022 de retributie te indexeren. De vorderingen van [eiseres] zijn grotendeels afgewezen, en [eiseres] is veroordeeld in de proceskosten.