Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.GELDIGHEID DAGVAARDING
4.BESLISSING
dagvaarding nietig.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 16-041610-24. De zaak betreft een verdachte die op 3 februari 2024 in Amersfoort de ruit van een voordeur van Kwintes zou hebben vernield. Tijdens de terechtzitting op 14 februari 2024 heeft de officier van justitie, mr. L.E. van Zijl, aangevoerd dat de dagvaarding niet geldig is, omdat deze niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De officier refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen akte van uitreiking in het dossier aanwezig is, wat betekent dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden. De rechtbank oordeelde dat de procedure niet verder kon worden voortgezet zonder een geldige dagvaarding. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. A.G. Emsbroek, en is op de openbare terechtzitting van 28 februari 2024 bekendgemaakt. Mr. O. Veldman was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.
De beslissing van de rechtbank om de dagvaarding nietig te verklaren, heeft directe gevolgen voor de vervolging van de verdachte, die nu niet verder kan worden aangeklaagd op basis van de huidige dagvaarding. De tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, betreft de vernieling van eigendom van Kwintes, wat onder artikel 350 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht valt.