4.3Het oordeel van de rechtbank
[aangever] heeft op 24 juli 2023 aangifte gedaan namens [benadeelde] en heeft als volgt verklaard:
Op 22 juli 2023 heeft er een diefstal plaatsgevonden uit de woning van mijn opa. Mijn opa woont aan de [adres] te [woonplaats] .
Ik zag het volgende op de camerabeelden die op 22 juli 2023 tussen 22:00 uur tot 22:30 uur zijn opgenomen met de intercom van mijn opa. Een man trekt een oranje hesje aan en loopt recht op de voordeur van de [adres] af en belt aan. Mijn opa doet de deur open zonder dat er communicatie is geweest door de intercom. De man met het hesje stapt naar binnen en wenkt naar de auto die geparkeerd staat in de parkeerhavens van [straat] . Er stappen vervolgens nog twee dames uit de auto. De twee dames komen vervolgens eveneens binnen bij mijn opa. Omstreeks 22:30 uur verlaten zij de woning van mijn opa.
Op 23 juli 2023 was ik in de ochtend omstreeks 09:30 uur gebeld door de thuiszorg. Ik hoorde hen zeggen dat ze het geldkistje waar de medicatie van mijn opa in zat kwijt waren
.
[aangever] heeft bij de rechter-commissaris aanvullend het volgende verklaard over het terugkijken van de beelden van de videodeurbel:
De dag voordat u er achter kwam, de 22, is als het goed is ‘s ochtends iemand van de thuiszorg geweest rond 10.00 uur en is ‘s avonds iemand met het hesje gezien. Is er in de tussentijd nog iemand gezien op de beelden?
Dat zou ik niet weten.
Jullie hebben geen andere afwijkende personen gezien?
In ieder geval niet iemand die heeft aangebeld. Van de personen met een sleutel, zoals mijn broer, weet ik het niet, want die lopen gewoon naar binnen.
[getuige] , wijkverpleegkundige van [benadeelde] heeft als volgt verklaard:
Ik ben er op 22 en 23 juli 2023 geweest. Ik denk dat ik daar op beide dagen rond 10:00 uur ben geweest.
V: Is jouw dat weekend wat opgevallen in en rondom de woning van [benadeelde] ?
A: Het enige was dat op zondagmorgen het medicijnkistje weg was.
V: Heeft u het kistje op zaterdag nog wel gezien?
A: Ja.
Door verbalisant [verbalisant 1] werden de camerabeelden van de deurbelcamera van de woning aan de [adres] te [woonplaats] van 22 juli 2023 bekeken
. Door verbalisant werd het volgende bevonden:
- 22:05:41 uur: Verdachte 1 komt aanlopen en belt aan bij de [adres] te [woonplaats] . Verdachte 1 draagt een feloranje hesje met reflecterend strepen.
Mij is bekend dat de verdachte 1 door twee collega’s is herkend als zijnde: [medeverdachte 1] ;
- 22:06:18 uur: Verdachte 1 stapt de woning binnen. Hij maakt daarbij een wuivend arm-hand-gebaar in de richting van de [straat] ;
- 22:06:47 uur Verdachte 2 komt aanlopen uit de richting van de [straat] . Zij loopt op de voordeur van de woning af.Verdachte 2 treedt de woning binnen;
- 22:06:52: Verdachte 3 komt aanlopen uit de richting van de [straat] . Zij loopt op de voordeur van de woning af.
- 22:27:25 uur: Verdachte 2 verlaat de woning;
- 22:27:38 uur: Verdachte 2 en 3 lopen allebei naar de personenwagen die er ook stond toen zij de woning betraden;
- 22:27:40 uur: Verdachte 1 verlaat de woning.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie het volgende verklaard:
Ik ben in die woning geweest.
V: Kun jij bevestigen dat je met mevrouw [medeverdachte 2] hier te zien bent op de beelden?
A: Ja.
V: We laten beelden zien van de dames. Wie is de 2e vrouw die de woning inloopt.
A: Dat is haar zus [verdachte] (
de rechtbank begrijpt dat verdachte medeverdachte [verdachte] bedoelt).
Door verbalisant [verbalisant 2] werd het volgende bevonden:
Op 10 augustus 2023 kreeg ik een aandachtvestiging van Rbt Utrecht Centrum. Tijdens een diefstal uit een woning werden de verdachten op een zogenaamde ringdeurbel vastgelegd. De aandachtvestiging bevatte videobeelden. Hiervan is een still gemaakt.
De persoon en 2e vrouwelijke verdachte op de still herken ik als: [verdachte] .
Ik heb haar eenmaal als verdachte gehoord. De laatste keer dat ik haar zag was op donderdag 10 augustus 2023 om 11:00 uur. Ik herkende haar aan het totaalbeeld van haar kenmerken.
Ik herkende de verdachte aan haar geblondeerde haren en aan haar geringe lengte en aan haar gelaat uitdrukkingen. Ik herkende haar tevens aan haar licht getinte huid. Aan haar herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij:
Geblondeerde haren en licht getinte uiterlijk.
Door verbalisant [verbalisant 3] werd het volgende bevonden:
Op 10 augustus 2023 kreeg ik een aandachtvestiging van Rbt Utrecht Centrum. Tijdens een babbeltruc werden drie verdachten vastgelegd door een ringdeurbel. De aandachtvestiging bevatte videobeelden. Hiervan is een still gemaakt. In de opnames zijn drie personen zichtbaar. Een man en twee vrouwen. De vrouw die het laatst in beeld is herken ik als: [verdachte] .
Met deze persoon een uur in verhoor gezeten. Ik herkende haar aan het totaalbeeld van haar kenmerken. Ik herkende verdachte aan haar postuur, haar geblondeerde haar en gezichtsuitdrukking. Verder was ze ongeveer 165 cm groot tenger postuur en ze had een licht getinte huidskleur. Aan haar herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij:
Opvallend geblondeerd haar voor haar leeftijd van 60 jaar oud. Ik herkende haar onmiddellijk toen ik de still zag.
Bij de doorzoeking van de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan het [straat] in [woonplaats] werden onder andere de navolgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- een mobiele telefoon van het merk Oppo, kleur zwart;
- een mobiele telefoon was van het merk Samsung, zilverkleurig.
Door verbalisant [verbalisant 4] werd de in beslag genomen Oppo telefoon onderzocht:
Door verbalisant werd het volgend bevonden.
In de telefoon bevond zich een sim-kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Volgens de politie-systemen is bekend dat [medeverdachte 1] sinds 26 juni 2019 gebruik maakt van dit telefoonnummer.
Ik zag dat op 23 juli 2023 zes maal in- en uitkomend telefoonverkeer is geweest met het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Op 24 juli 2023 is er vier maal in- en uitkomend telefoonverkeer geweest met hetzelfde telefoonnummer.
Door verbalisant [verbalisant 5] werd de in beslag genomen zilverkleurige Samsung telefoon onderzocht. Door verbalisant werd het volgend bevonden:
Ik zag dat in WhatsApp het telefoonnummer [telefoonnummer] geregistreerd stond als telefoonnummer waarmee berichten verzonden werden. Ik zag dat er op 22 juli 2023 drie keer een gemiste oproep is vanuit telefoonnummer [telefoonnummer] .
Door verbalisant [verbalisant 4] werd het volgende bevonden:
De telefoon, merk Samsung, met telefoonnummer [telefoonnummer] straalt op zaterdag 22 juli 2023 op het tijdstip van de diefstal paallocaties aan in de directe omgeving van de [straat] te [woonplaats] .
De telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] bevond zich het tijdstip van de diefstal op 22 juli 2023 in Utrecht.
Door verbalisant [verbalisant 6] werd het volgende bevonden:
Uit onderzoek in de politiesystemen Blue Spot Monitor en BVI is gebleken dat telefoonnummer [telefoonnummer] sinds 23 februari 2023 bij [verdachte] in gebruik is
(de rechtbank is, gelet op de overige stukken in het dossier en de verklaring van verdachte, van oordeel dat hier sprake is van een kennelijke verschrijving en dat hier telefoonnummer [telefoonnummer]wordt bedoeld).
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie het volgende verklaard:
O: Uit het telefoongesprek is ook gebleken dat jouw telefoonnummer [telefoonnummer] na de diefstal uit de woning aan de [adres] in [woonplaats] , op 23 en 24 juli 2023 divers in- en uitgaande gesprekken hebben plaats gevonden met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Blijkens de politie-systemen is gebleken dat dit telefoonnummer in gebruik is bij [verdachte] .
A: Kan mij herinneren dat zij 2x heeft gebeld en ik haar.
V: Klopt het dat jij op de genoemde dagen gebeld hebt met [verdachte] ?
A: Ja, klopt.
Bewijsoverwegingen
Is verdachte in de woning van het slachtoffer geweest?
Verdachte heeft ontkend dat zij op 22 juli 2023 in de woning van het slachtoffer is geweest. Naar oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat zij daar wel is geweest. De rechtbank hierna licht toe hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 22 juli 2023 samen met [medeverdachte 2] en [verdachte] in de woning van het slachtoffer, [benadeelde] , is geweest.
[medeverdachte 1] heeft dat in zijn latere verklaringen bij de politie, de rechter-commissaris herhaald. Niet gebleken is dat [medeverdachte 1] er zelf enig belang bij had om verdachte ten onrechte te noemen als één van de personen die met hem in de woning waren.
Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] , wordt door de politie aan verdachte gekoppeld. Verdachte heeft hier zelf over verklaard dat dit het nummer van haar dochter is. Voornoemd telefoonnummer bevond zich op het tijdstip van de diefstal in [woonplaats] . Daarnaast heeft dit telefoonnummer in de twee dagen volgend op de diefstal contact gehad met twee onder [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoons. Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat hij op 23 en 24 juli 2023 meerdere keren over en weer gebeld heeft met verdachte op telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] .
De verklaring van verdachte dat deze telefoon sinds half juli 2023 kwijt was, acht de rechtbank, mede gelet op de daarmee gelegde contacten met [medeverdachte 1] in de dagen na de overval, niet aannemelijk.
[medeverdachte 2] , medeverdachte en zus van verdachte, heeft de naam van de vrouw die op 22 juli 2023 bij haar en [medeverdachte 1] was niet genoemd. Zij heeft echter op geen enkel moment ontkend deze dat deze vrouw haar zus, verdachte [verdachte] , is.
Verdachte past binnen het signalement van de tweede vrouw, die naast medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , op de beelden van de deurbelcamera van de woning van het slachtoffer te zien is. De beelden sluiten verdachte daarmee niet uit als de persoon die naast de medeverdachten op de beelden te zien is.
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 7] herkennen verdachte, nadat zij haar verhoord hebben, als één van de twee vrouwen die op de beelden te zien is.
De rechtbank acht, gelet op het bovenstaande in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met haar zus [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de woning van [benadeelde] is geweest.
Diefstal geld-/medicijnkistje
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en de medeverdachten een geld-/medicijnkistje uit de woning van het slachtoffer hebben gestolen.
Verdachte en de medeverdachten zijn op 22 juli 2023 even na 22.00 uur de woning van het slachtoffer binnengegaan. Het kistje is op 22 juli 2023 rond 10.00 uur nog door de thuiszorg gebruikt en in de ochtend van 23 juli 2023 werd geconstateerd dat het kistje weg was. De kleinzoon van het slachtoffer, [aangever] , heeft verklaard dat tussen het moment dat de thuiszorg het kistje nog heeft gebruikt en het moment waarop de verdachten de woning zijn binnengegaan niemand heeft aangebeld bij de woning van het slachtoffer.
Medeplegen
Verdachte en de medeverdachten zijn met drieën naar de [woonplaats] in [woonplaats] gereden. Verdachte [medeverdachte 1] is uitgestapt en rechtstreeks naar de woning van het slachtoffer gelopen. [medeverdachte 1] heeft, voor dat hij aanbelde bij de woning, een reflecterend hesje aangetrokken, kennelijk om vertrouwen bij het slachtoffer te wekken. Nadat het slachtoffer de deur had geopend, heeft [medeverdachte 1] gewenkt naar de auto waar [verdachte] en [medeverdachte 2] zaten te wachten. Zij zijn uit de auto gestapt, naar de woning van het slachtoffer gelopen en daar naar binnengegaan. Korte tijd later hebben zij alle drie de woning verlaten en zijn samen weggereden.
Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm en het handelen van verdachten is er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking waarbij zij van te voren een hoogbejaard en kwetsbaar slachtoffer hebben uitgekozen en vervolgens op een vooraf besproken manier te werk gegaan. Dat niet duidelijk is geworden hoe zij in de woning te werk zijn gegaan, doet daar niet aan af.
Oogmerk
Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over waarom zij met haar medeverdachten in de woning van het slachtoffer is geweest. Verdachte en de medeverdachten hebben geen enkele relatie met het slachtoffer en hadden geen enkele legitieme reden om de woning van het slachtoffer binnen te gaan.
Verdachte is, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm en het handelen van verdachte en de medeverdachten, de woning van het slachtoffer binnen gegaan met als enig doel daar goederen weg te nemen.
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met de medeverdachten, één of meerdere horloge(s), goud, sieraden en een envelop met contant geld heeft weggenomen en zal verdachte vrijspreken van deze onderdelen van de tenlastelegging.
Op basis van het dossier kan niet uitgesloten worden dat de hiervoor genoemde goederen op een eerder moment uit de woning zijn verdwenen, door toedoen van derden die toegang hadden tot de woning.
Het slachtoffer [benadeelde] kan zich vanwege zijn psychische gesteldheid niets herinneren van de avond van 22 juli 2023 noch van de periode daaraan voorafgaand. Uit het dossier blijkt voorts dat meerdere personen, waaronder familieleden en een kennis, met een sleutel toegang tot de woning hadden. Daarnaast kwam er dagelijks zorgpersoneel in de woning en heeft er in de periode voorafgaand aan 22 juli 2023 een verbouwing in de woning plaatsgevonden waarbij verschillende personen in de woning zijn geweest en de voordeur regelmatig open heeft gestaan.
De kleinzoon van aangever kwam vrijwel dagelijks bij het slachtoffer op bezoek, maar was de 10 dagen voorafgaand aan 22 juli 2023 met vakantie. De horloges heeft hij voor het laatst in de zomer in de woning van zijn opa gezien. Hij heeft twee tot drie maanden voor 22 juli 2023 voor het laatst met zijn opa iets in de kluis gelegd, dat is ook het laatste moment dat hij de inhoud van de kluis heeft gezien. Zijn opa is de enige die de kluis kan openen en hij weet niet of zijn opa dit op een bepaalde dag of eerder heeft gedaan. Daarnaast heeft zijn tante heeft hem verteld dat zij tot twee keer toe onbekenden uit de woning van zijn opa had weggestuurd. Dit alles bij elkaar genomen maakt dat niet kan worden uitgesloten dat de horloges, het goud, de sieraden en het contante geld op een eerder moment uit de woning zijn verdwenen.