ECLI:NL:RBMNE:2024:1007
Rechtbank Midden-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ontruiming woonruimte wegens overlast door onderbewindgestelde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de bewindvoerder van de heer [onderbewindgestelde]. De eiseres, [eiseres], heeft de ontruiming van de woning van [onderbewindgestelde] gevorderd wegens ernstige overlast die hij veroorzaakt voor medebewoners. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [onderbewindgestelde] sinds 1 maart 2021 woonruimte huurt van [eiseres] en dat hij zich niet als een goed huurder gedraagt. Er zijn meerdere klachten over zijn gedrag, waaronder geschreeuw, muziek in de nacht, en vervuiling. Ondanks herhaalde waarschuwingen heeft [onderbewindgestelde] zijn gedrag niet verbeterd, wat heeft geleid tot de vordering van [eiseres] om de woning te ontruimen.
De bewindvoerder van [onderbewindgestelde] is niet verschenen in de procedure en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is bij de ontruiming, gezien de overlast die [onderbewindgestelde] veroorzaakt. De kantonrechter heeft de ontruiming toegewezen, maar in plaats van de gevorderde termijn van twee dagen, heeft zij een termijn van veertien dagen vastgesteld. Dit biedt [onderbewindgestelde] voldoende tijd om de woning te ontruimen en om te voorkomen dat hij dakloos wordt.
Daarnaast is de bewindvoerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 943,97. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kantonrechter heeft in haar beslissing rekening gehouden met de belangen van zowel [eiseres] als [onderbewindgestelde] en de noodzaak om een oplossing te vinden voor de overlastsituatie.