In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 20 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 12 april 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 12 januari 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit te nemen, met een uiterste datum van 19 april 2023. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moeten worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra op 1 maart 2023, in aanwezigheid van griffier mr. L.E. Mollerus.