In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 2 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 17 januari 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat de feiten duidelijk zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft de Belastingdienst/Toeslagen op 21 april 2022 in gebreke gesteld en heeft pas op 8 december 2022 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de Belastingdienst/Toeslagen opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit te nemen. De rechtbank heeft de termijn verlengd met de periode die eiseres overschrijdt voor het indienen van een zienswijze. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst/Toeslagen de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 50,-, omdat het beroep gegrond is verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra en griffier S. Westerhof op 1 maart 2023.