In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 28 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 24 oktober 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 24 november 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Verweerder had verzocht om een langere termijn van dertien weken, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet nodig was, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden tot een bedrag van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,-. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra op 1 maart 2023.