Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Proceskosten en griffierecht
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 3 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 28 november 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst in gebreke is gesteld op 2 mei 2022 en eiseres pas op 24 oktober 2022 beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met het verzoek van de Belastingdienst om een langere termijn van dertien weken, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de standaard wettelijke termijn van twee weken na de uitspraak van toepassing is, maar heeft de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast is bepaald dat de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter M.C. Verra en griffier M.E.C. Bakker op 28 februari 2023, en is openbaar uitgesproken. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.