In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 6 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 25 maart 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 14 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, maar heeft ook rekening gehouden met het verzoek van verweerder om een langere termijn van dertien weken. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de standaard wettelijke termijn van twee weken van toepassing is, gezien de omstandigheden van de zaak.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.