In deze zaak heeft eiseres, woonachtig op Bonaire, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 16 maart 2021. De rechtbank Midden-Nederland heeft de zaak behandeld, nadat deze was doorgestuurd vanuit de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die niet bevoegd was. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld op 20 juni 2022, waarna zij op 26 september 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit te nemen, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra op 28 februari 2023.