In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn recht op een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) en de terugvordering van teveel ontvangen AIO-aanvulling. De primaire besluiten van 30 mei 2022, die de intrekking per 16 maart 2022 en de terugvordering van € 2.293,75 inhielden, werden door eiser bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto die op naam van eiser stond, in werkelijkheid van een vriendin was en niet tot zijn vermogen behoorde. Eiser en zijn vriendin hadden een constructie bedacht waarbij de auto op naam van eiser stond, maar de financiële lasten werden door de vriendin gedragen. De rechtbank oordeelde dat eiser voldoende bewijs had geleverd dat de auto niet tot zijn vermogen behoorde en dat hij recht had op de AIO-aanvulling. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de primaire besluiten herroepen, waardoor de intrekking en terugvordering ongedaan werden gemaakt. Tevens werd bepaald dat de Sociale Verzekeringsbank het griffierecht van € 50,- aan eiser moest vergoeden.