ECLI:NL:RBMNE:2023:943

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
C/16/546854 / FO RK 22-1204
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie door meemoeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 maart 2023 een beschikking gegeven inzake de adoptie van een minderjarige door de meemoeder. Verzoekster, die op 24 oktober 2022 een verzoekschrift indiende, is getrouwd met belanghebbende, die bevallen is van de minderjarige. De zwangerschap is tot stand gekomen door kunstmatige inseminatie met een onbekende donor. Verzoekster en belanghebbende hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige en verzoekster wenst de minderjarige te adopteren, wat door belanghebbende wordt ondersteund. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen bezwaar tegen het verzoek.

De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie getoetst aan de voorwaarden van de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank oordeelt dat aan deze voorwaarden is voldaan en dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, aangezien zij door verzoekster en belanghebbende samen wordt verzorgd en opgevoed. De rechtbank heeft ook de vereiste verklaringen ontvangen die de adoptie ondersteunen. De adoptie zal terugwerken tot het tijdstip van de geboorte van de minderjarige, en de rechtbank heeft de geslachtsnaamkeuze van de minderjarige in de beslissing opgenomen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/546854 / FO RK 22-1204
adoptie
Beschikking van 8 maart 2023
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. K.S.M. Smienk,
met als belanghebbende
[belanghebbende],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: [belanghebbende] .

1.De procedure

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, ingediend op 24 oktober 2022;
  • de brief van 3 november 2022 van de Raad voor de Kinderbescherming;
  • het F-formulier van 21 november 2022 van verzoekster, met bijlage;
  • het F-formulier van 28 januari 2023 van verzoekster, met bijlage.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
Verzoekster is op [Datum] 2022 in [plaats] getrouwd met [belanghebbende] .
2.2.
Tijdens dit huwelijk is geboren:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2023 in [geboorteplaats 1] .
2.3.
[belanghebbende] is bevallen van [minderjarige] . De zwangerschap is tot stand gekomen door middel van kunstmatige inseminatie. De donor is onbekend.
2.4.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben het ouderlijk gezag over [minderjarige] . Dit betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over [minderjarige] mogen nemen.
2.5.
Verzoekster wil [minderjarige] adopteren. [belanghebbende] staat achter dit verzoek.
2.6.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen bezwaar tegen het verzoek.

3.De beoordeling

Adoptie
3.1.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en de adoptie van [minderjarige] door verzoekster uitspreken. Hierna legt de rechtbank uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat hieraan is voldaan.
3.3.
Volgens de rechtbank is de adoptie in het belang van [minderjarige] , want zij wordt door verzoekster en [belanghebbende] samen verzorgd en opgevoed.
Ook heeft verzoekster de vereiste verklaringen overgelegd, te weten:
  • de verklaring van 19 augustus 2022 van de heer [naam] , MSc, namens de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting , waaruit blijkt dat de zwangerschap van [belanghebbende] tot stand is gekomen door kunstmatige donorbevruchting;
  • de verklaring van 14 september 2022 van [belanghebbende] , waaruit blijkt dat zij instemt met de adoptie.
Ingangsdatum
3.4.
De adoptie werkt terug tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige] , omdat de adoptie voor de geboorte van [minderjarige] is verzocht. [1]
Geslachtsnaam
3.5.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben voor [minderjarige] de geslachtsnaam
[minderjarige]gekozen. De rechtbank zal deze naamskeuze in de beslissing opnemen. [2]
3.6.
In dit kader merkt de rechtbank op dat [minderjarige] niet de […] van verzoekster verkrijgt, omdat een […] niet door een vrouw kan worden doorgegeven.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijke geslacht:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2023 in [geboorteplaats 1] ,
door:
[verzoekster], geboren op [geboortedatum 2] 1989 in [geboorteplaats 2] ;
4.2.
bepaalt dat de adoptie terugwerkt tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige] ;
4.3.
stelt vast dat verzoekster en [belanghebbende] hebben verklaard dat [minderjarige] de geslachtsnaam
[minderjarige]blijft dragen na de adoptie.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:230 lid 2 BW
2.Artikel 1:5 lid 3 BW