ECLI:NL:RBMNE:2023:929

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
UTR 22/5203
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep wegens niet tijdig beslissen door bestuursorgaan met vaststelling van dwangsom en proceskostenvergoeding

Op 6 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. L. Veenman, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, vertegenwoordigd door mr. C.R.C. Bosman. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit heeft overschreden, waardoor het beroep van eiseres gegrond is verklaard.

De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op het bezwaar te nemen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast heeft de rechtbank de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat verweerder niet tijdig een beslissing heeft genomen. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden terugbetaald.

De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig te beslissen en de consequenties van het niet naleven van deze verplichting, waaronder de mogelijkheid van het opleggen van dwangsommen. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat de zaak op basis van de stukken kon worden beoordeeld. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5203

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. L. Veenman),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, verweerder
(gemachtigde: mr. C.R.C. Bosman).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1] De rechtbank stelt namelijk vast dat verweerder niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist op het bezwaarschrift van eiseres. Daarmee is het beroep van eiseres kennelijk gegrond.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd een besluit neemt, dan moet het een dwangsom betalen voor elke dag dat het in gebreke is, voor maximaal 42 dagen. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. [2] Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom betaald moet worden. [3]
3. Verweerder heeft de hoogte van de dwangsom niet vastgesteld. De rechtbank doet dit nu alsnog. [4] Verweerder is in dit geval de maximale dwangsom verschuldigd van € 1.442,-.
4. Omdat verweerder nog geen beslissing op het bezwaar van eiseres heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen.
5. Verweerder heeft in het verweerschrift van 24 november 2022 gevraagd om een beslistermijn van twee tot drie maanden, omdat een medisch onderzoek zal worden gedaan.
6. De rechtbank stelt vast dat de termijn waarom verweerder heeft verzocht inmiddels ruimschoots is verstreken en dat verweerder nog steeds geen beslissing op het bezwaar van eiseres heeft genomen. De rechtbank ziet dan ook aanleiding om te bepalen dat verweerder binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak alsnog een beslissing op dat bezwaar moet nemen. [5]
7. De rechtbank bepaalt verder dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
8. Dat betekent ook dat eiseres een vergoeding krijgt voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht is dit een vast bedrag omdat eiseres een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor hem een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 418,50.
9. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiseres betalen.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een beslissing op
bezwaar;
- stelt de door verweerder te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak
alsnog een beslissing op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke
dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
€ 15.000,-;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- dat eiseres heeft betaald moet betalen;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 418,50 aan proceskosten. Verweerder moet dit
bedrag betalen aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
mr. N.R. Hoogenberk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
6 maart 2023.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 4:17, eerste en tweede lid, van de Awb.
3.Artikel 4:18 van de Awb.
4.Artikel 8:55c van de Awb.
5.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.