Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 3 producties is op 28 juli 2022 bij [gedaagde] bezorgd,
- [gedaagde] heeft schriftelijk op de dagvaarding gereageerd. Zij heeft een eis in reconventie ingesteld en 3 producties bijgevoegd,
- [eiseres] heeft schriftelijk op de eis in reconventie gereageerd. Zij heeft de producties 1 tot en met 4 bijgevoegd,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 februari 2023. Van wat er is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. [gedaagde] heeft op de zitting te kennen gegeven dat zij nog een aantal producties in het geding wil brengen. [eiseres] heeft daartegen bezwaar gemaakt. De kantonrechter heeft aan partijen meegedeeld, dat zij die producties inneemt maar deze buiten beschouwing zal laten als zij na de mondelinge behandeling, in raadkamer, het bezwaar van [eiseres] gegrond acht en dat zij dat dan in het vonnis zal motiveren. Als zij echter beslist dat zij kennis neemt van die producties, dan zal [eiseres] nog in de gelegenheid gesteld worden zich bij akte over die producties uit te laten. [eiseres] mag bij die te nemen akte geen producties voegen. De kantonrechter heeft tot slot meegedeeld dat op 1 maart 2023 vonnis zal worden gewezen en uitgesproken.
2.De feiten
Daarnaast heeft [onderneming] B.V., een tweede vennootschap waarvan [A] (indirect) bestuurder/grootaandeelhouder is, een kurkvloer van [eiseres] verkocht en geleverd aan de familie [C (achternaam)] (hierna: [C (achternaam)] ).
3.De wederzijdse vorderingen en het verweer
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
Aanvullende producties ter zitting
[onderneming] B.V.aan haar geleverde kurkvloer. Die schade ziet op de kosten van de Geschillencommissie en de kosten van vervanging van de vloer door [onderneming] B.V., in totaal een bedrag van € 3.473,45. Die gestelde schade is niet door [gedaagde] geleden, maar door [onderneming] B.V., die niet in deze procedure is betrokken. Het is bovendien niet [eiseres] , maar [gedaagde] die de kurkvloer aan [onderneming] B.V. heeft geleverd. Als juist is dat die kurkvloer ondeugdelijk was, dan heeft [onderneming] B.V. mogelijk jegens [gedaagde] aanspraak op schadevergoeding. Dat is echter een kwestie die hier niet voor ligt. Daarnaast is niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] door [onderneming] B.V. is aangesproken op schadevergoeding en dat zij die schadevergoeding aan [onderneming] B.V. heeft voldaan. De conclusie is dan ook dat het beroep van [gedaagde] in conventie op verrekening van de gestelde schade betreffende [C (achternaam)] moet worden verworpen. Haar vordering in reconventie tot vergoeding van die schade wordt om dezelfde redenen afgewezen.
[eiseres] heeft aan [gedaagde] vloerdelen van kurk verkocht en geleverd, waarvan [gedaagde] mag verwachten dat deze van een kwaliteit zijn die aan de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst beantwoordt en dat de daarbij verstrekte leginstructies correct zijn.
heeft als professionele verkoper van vloeren met [A (achternaam)] als consument een koopovereenkomst gesloten voor het leveren en ook leggen van de kurkvloer. De consument mag van een professionele verkoper verwachten niet alleen dat de kwaliteit van de geleverde vloerdelen beantwoordt aan de tussen hem en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst, maar ook dat de verkoper hem adviseert over welke vloer in zijn specifieke geval geschikt is en welke vloer minder of niet geschikt is. Verder mag de consument verwachten dat degene die de vloer komt leggen (of de verkoper dat zelf doet of daarbij een derde inschakelt doet niet ter zake) op de hoogte is van de specifieke leginstructies van de fabrikant en ook voor het overige voldoende vakkennis heeft om een optimaal resultaat te bereiken.
[A (achternaam)]heeft mogen verwachten op grond van de met
[gedaagde]gesloten koopovereenkomst. Niet beoordeeld is wat [gedaagde] mocht verwachten van de door [eiseres] geleverde kurkvloerdelen, op grond van de tussen hen gesloten koopovereenkomst. Daar komt nog bij dat [eiseres] terecht heeft opgemerkt dat de deskundige van de Geschillencommissie de kurkvloer heeft onderzocht op 18 januari 2021, terwijl de kurkvloer al in augustus 2019 is gelegd. Blijkens het rapport is de deskundige ervan uit gegaan dat de op 18 januari 2021 aangetroffen beschadigingen binnen 3 maanden na ingebruikneming zijn ontstaan en hij heeft geconcludeerd dat het daarom wel aan het materiaal moet liggen. Niet kan worden uitgesloten echter dat de deskundige van de Geschillencommissie (net als bij [C (achternaam)] overigens het geval is) tot een heel andere conclusie zou zijn gekomen als hij ermee bekend was geweest dat de kurkvloer ten tijde van zijn onderzoek niet drie maanden maar al bijna anderhalf jaar in gebruik was. Dat hij daarmee bekend was, blijkt niet uit de rapportage. Verder blijkt uit die rapportage ook niet dat de deskundige ermee bekend is dat [eiseres] – naar onbetwist is gebleven – vóór het leggen van de kurkvloer aan [A (achternaam)] en [gedaagde] heeft geadviseerd om twee extra laklagen aan te brengen vanwege het intensieve gebruik door een huishouden met 4 honden en 6 katten en dat [A (achternaam)] en/of [gedaagde] dat advies niet hebben opgevolgd. Het is overigens aan [gedaagde] als professioneel verkoper van vloeren om haar klanten juist te adviseren over de geschiktheid van een bepaalde vloer in het specifieke geval. Omdat [A (achternaam)] uiteindelijk niet tevreden was over de in opdracht van [gedaagde] gelegde kurkvloer heeft [gedaagde] kennelijk aan [A (achternaam)] aangeboden kosteloos een vervangende PVC-vloer van een andere leverancier te leggen. [gedaagde] spreekt [eiseres] ook aan op die kosten van vervanging. In rechte is echter niet komen vast te staan dat [eiseres] een ondeugdelijke kurkvloer aan [gedaagde] heeft geleverd. Die vervangingskosten moeten daarom, net als de overige door [gedaagde] gestelde schade, voor rekening van [gedaagde] blijven.
Uit het e-mailbericht van mevrouw [B (achternaam)] (zie onder 4.6.2.) blijkt dat de door [gedaagde] ingeschakelde vloerleggers – wat van vakmensen overigens ook verwacht mag worden – de vloerdelen vóór het leggen van de kurkvloer hebben geïnspecteerd en zij daarbij hebben gezien dat er een aantal beschadigde vloerdelen geleverd waren. Er mocht daarom vanuit worden gegaan dat zij die beschadigde vloerdelen op dat moment niet zouden gebruiken bij het leggen van de vloer. Als zij dat wel doen heeft dat immers extra legkosten tot gevolg: die beschadigde vloerdelen moeten dan eerst verwijderd worden om deze te kunnen vervangen door onbeschadigde vloerdelen. De kosten daarvan komen voor rekening en risico van [gedaagde] omdat zij en niet [eiseres] deze vloerleggers heeft ingeschakeld.
Uit de niet weersproken stellingen van partijen volgt, dat de door [gedaagde] ingeschakelde vloerleggers de partij(en) beschadigde vloerdelen niet hebben gelegd maar dat [gedaagde] die partijen vloerdelen aan [eiseres] heeft geretourneerd. [gedaagde] had daarom moet toelichten waarom en in hoeverre zij extra legkosten heeft moeten maken die voor rekening en risico van [eiseres] komen. Dat heeft zij echter niet gedaan.
Verder heeft [gedaagde] kennelijk
nadatde beschadigde vloerdelen door [eiseres] waren teruggenomen en vervangen door onbeschadigde, aan [B (achternaam)] aangeboden de gehele kurkvloer kosteloos te vervangen door een PVC-vloer van een andere leverancier. Die vervangingskosten vallen in dat geval echter niet onder door [gedaagde] geleden gevolgschade die in de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en [eiseres] voor rekening van [eiseres] komt. Na vervanging van de beschadigde vloerdelen had [eiseres] jegens [gedaagde] immers aan haar verplichtingen uit de tussen partijen gesloten koopovereenkomst voldaan. Hierbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen, dat [gedaagde] geenszins heeft onderbouwd dat de door [eiseres] aan [gedaagde] onbeschadigde geleverde vloerdelen niet aan de tussen [eiseres] en [gedaagde] gesloten koopovereenkomst beantwoorden.
- € 514,00 griffierecht;
- € 108,41 explootkosten inclusief informatiekosten;
- € 660,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x het tarief van € 330,00).