In deze zaak vordert de rechtspersoon naar buitenlands recht, aangeduid als [eiseres], betaling van een bedrag van €177,45 van de ouders van een minderjarige, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand die is gesloten via de website van Zalando. De minderjarige heeft op 14 november 2021 een jas besteld, die op 15 november 2021 is bezorgd. De jas is op 9 december 2021 retour gezonden, maar werd door Zalando niet geaccepteerd omdat deze niet meer in originele staat verkeerde. Zalando heeft de jas vernietigd en de vordering op de minderjarige is overgedragen aan [eiseres]. De ouders zijn in deze procedure de formele procespartij omdat hun kind minderjarig is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ouders de vordering van [eiseres] moeten betalen, omdat de retourzending niet correct is afgehandeld en de ouders niet tijdig hebben gereageerd op de verzoeken van Zalando. De kantonrechter heeft de hoofdsom van €134,95 toegewezen, evenals de vervallen rente en de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat [eiseres] niet heeft aangetoond dat de ouders zijn aangemaand tot betaling. De ouders zijn veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].