ECLI:NL:RBMNE:2023:866

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
10166881 \ UC EXPL 22-7120
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na weigering retourzending van een online bestelling

In deze zaak vordert de rechtspersoon naar buitenlands recht, aangeduid als [eiseres], betaling van een bedrag van €177,45 van de ouders van een minderjarige, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand die is gesloten via de website van Zalando. De minderjarige heeft op 14 november 2021 een jas besteld, die op 15 november 2021 is bezorgd. De jas is op 9 december 2021 retour gezonden, maar werd door Zalando niet geaccepteerd omdat deze niet meer in originele staat verkeerde. Zalando heeft de jas vernietigd en de vordering op de minderjarige is overgedragen aan [eiseres]. De ouders zijn in deze procedure de formele procespartij omdat hun kind minderjarig is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de ouders de vordering van [eiseres] moeten betalen, omdat de retourzending niet correct is afgehandeld en de ouders niet tijdig hebben gereageerd op de verzoeken van Zalando. De kantonrechter heeft de hoofdsom van €134,95 toegewezen, evenals de vervallen rente en de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat [eiseres] niet heeft aangetoond dat de ouders zijn aangemaand tot betaling. De ouders zijn veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10166881 \ UC EXPL 22-7120 RvdH/1037
Vonnis van 1 februari 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiseres] LIMITED.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s.,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,

in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van [minderjarige],
beiden wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 9 november 2022, aan te merken als conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met productie 8,
- het proces-verbaal van de civiele rolzitting van 4 januari 2023, aan te merken als conclusie van dupliek.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn de ouders van [minderjarige (voornaam)] . [minderjarige (voornaam)] is minderjarig. Op of omstreeks 14 november 2021 is door [minderjarige (voornaam)] dan wel op naam van [minderjarige (voornaam)] een online bestelling geplaatst op de website van Zalando. De jas is op 15 november 2021 bij [minderjarige (voornaam)] bezorgd.
2.2.
Op 9 december 2021 heeft Zalando de jas retour ontvangen. De jas was niet meer in originele staat. Op 17 december 2021 heeft Zalando per e-mail aan [minderjarige (voornaam)] laten weten dat de retourzending is ontvangen, maar niet kan worden geaccepteerd, omdat de retourtermijn van 100 dagen alleen geldt voor artikelen in originele staat. Zalando heeft bij het controleren van de jas tekenen van gebruik opgemerkt. In de e-mail staat ook:
‘Neem alsjeblieft binnen 14 dagen (31.12.2021) contact met ons op om uit te leggen waarom je het item in deze staat hebt geretourneerd, en laat ons weten of je het terug wilt ontvangen. Als we in deze periode niets van je horen, dan is het helaas niet meer mogelijk om dit item aan je te retourneren.’
2.3.
[minderjarige (voornaam)] heeft op 18 februari 2022 per e-mail gereageerd op het bericht. [minderjarige (voornaam)] meldt daarin dat de jas niet is gebruikt en dat de jas van slechte kwaliteit is en daarom gebruikt lijkt. Zalando heeft de jas inmiddels vernietigd.
2.4.
De vordering van Zalando op [minderjarige (voornaam)] is overgedragen aan [eiseres] . Omdat [minderjarige (voornaam)] minderjarig is, zijn haar ouders in deze procedure de formele procespartij. Daarom vordert [eiseres] in deze procedure van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] betaling van in totaal €177,45, bestaande uit de hoofdsom, de vervallen wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres] vordert ook dat de te betalen hoofdsom wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de datum van de dagvaarding en dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] haar proceskosten betalen.
2.5.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn het niet eens met de vordering, omdat [minderjarige (voornaam)] de jas heeft geretourneerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

Informatieplicht
3.1.
De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand met betrekking tot een zaak tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m en 6:230v Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) worden voldaan. Artikel 6:230m BW bepaalt welke informatie moet worden verstrekt, artikel 6:230v BW bepaalt de wijze waarop die informatie moet worden gegeven. Dat verschilt naar gelang de aard en de inhoud van de overeenkomst. Uit de genoemde artikelen volgt dat de consument alle relevante informatie bewust onder ogen moet krijgen, geformuleerd in duidelijke en begrijpelijke taal, om te kunnen weten waaraan hij zich committeert. Of daaraan wordt voldaan als die informatie slechts is opgenomen op een website of in algemene voorwaarden staat nog niet vast, in afwachting van beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie (in de zaak C-536/20 Tiketa).
3.2.
De kantonrechter gaat er vooralsnog van uit dat de handelaar aan zijn precontractuele informatieplichten voldoet als hij de consument in het bestelproces stap voor stap langs alle relevante informatie leidt, of als hij die informatie op een niet te missen en duidelijk in het oog springende manier op zijn website aan de consument presenteert. Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet de handelaar niet aan zijn precontractuele informatieplichten als de consument zelf actief op de website van de handelaar moet zoeken naar relevante informatie of als hij daarvoor, al dan niet door middel van een link, wordt verwezen naar algemene voorwaarden.
3.3.
Alle relevante informatie moet ook op een duurzame gegevensdrager worden verstrekt, opdat de consument die indien gewenst nog kan raadplegen (de contractuele informatieplicht). Dit moet gebeuren bij het sluiten van de overeenkomst, of in ieder geval binnen een redelijke termijn daarna, uiterlijk bij de levering van de zaken. Naar het oordeel van de kantonrechter kan in de context van de contractuele informatieplicht wel gebruik worden gemaakt van algemene voorwaarden, als die ten minste op een duurzame gegevensdrager worden verstrekt. Zo’n duurzame gegevensdrager kan een brief zijn, een e-mailbericht, een pdf-bestand of zelfs een factuur, op voorwaarde dat daarin alle informatie is opgenomen. Een link naar algemene voorwaarden volstaat niet.
Ambtshalve toetsing
3.4.
Uit Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677 blijkt dat de kantonrechter er ambtshalve (dat wil zeggen uit zichzelf, ook als er geen verweer is gevoerd) op moet toezien dat bepaalde informatieplichten worden nageleefd. Die bepaalde informatieplichten zijn de informatieplichten waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt en ook de informatieplichten waaraan de wet weliswaar geen specifieke sanctie verbindt, maar die wel essentieel worden geacht voor de besluitvorming van de consument. Beide categorieën overlappen elkaar deels. In geval van schending van een informatieplicht waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt moet de kantonrechter ambtshalve die wettelijke sanctie opleggen.
3.5.
In deze zaak heeft de eisende partij gesteld dat de koopovereenkomst is gesloten in een webwinkel en dat de handelaar (de webwinkel) de vordering op de gedaagde partij heeft verkocht aan haar. Verder heeft de eisende partij gesteld dat is voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen. De eisende partij heeft voorts het bestelproces toegelicht met printscreens.
3.6.
Uit de toelichting van [eiseres] op het bestelproces bij Zalando blijkt onder andere dat voor het plaatsen van een bestelling een digitaal account moet worden aangemaakt. Bij de registratie van het persoonlijke account kunnen de algemene voorwaarden worden bekeken en opgeslagen voor raadpleging achteraf. Op een later moment in het bestelproces zijn de algemene voorwaarden nogmaals te raadplegen. [eiseres] heeft verder gesteld dat de consument, direct nadat de bestelling is geplaatst, een e-mailbericht ontvangt waarin de bestelling wordt bevestigd. In dat e-mailbericht wordt verwezen naar het persoonlijke account van de consument op de website van Zalando. In de bevestigingse-mail is een bijlage toegevoegd met informatie over de uitoefening van het herroepingsrecht. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] met de door haar gegeven toelichting op het bestel- en betaalproces van Zalando op zichzelf voldoende heeft onderbouwd dat Zalando heeft voldaan aan de precontractuele verplichtingen als bedoeld in artikel 6:230m en 6:230v lid 7 BW.
De hoofdsom
3.7.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de vordering van [eiseres] moeten betalen.
3.8.
Het verweer van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] komt erop neer dat zij de jas hebben geretourneerd, waardoor hun betalingsverplichting is komen te vervallen. Zalando heeft de retourzending echter niet geaccepteerd en heeft dat kenbaar gemaakt aan [minderjarige (voornaam)] . Doordat zij geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om Zalando tijdig nadere informatie te verstrekken over de retourzending, heeft Zalando de retourprocedure gesloten en het artikel vernietigd. Zalando heeft de retourzending ook na het verstrijken van de termijn, dus niet goedgekeurd. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] mochten er daarom niet van uitgaan dat zij niet meer hoefden te betalen voor de jas.
3.9.
De gevorderde hoofdsom van € 134,95 wordt daarom toegewezen, net als de vervallen rente van € 2,50 en de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de datum van de dagvaarding tot de voldoening.
De buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten
3.10.
[eiseres] vordert een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres] heeft niet onderbouwd dat zij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] op hun adres heeft aangemaand tot betaling. [eiseres] heeft een ongeadresseerd
e-mailbericht van Zalando overgelegd ter onderbouwing van haar vordering, maar dat is onvoldoende. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom afgewezen.
3.11.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
74,00
(2 punten × € 37,00)
Totaal
309,22

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 137,45, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 134,95, met ingang van 24 oktober 2022, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 309,22,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V. van Dam, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.