In deze civiele procedure vordert eiser, H.O.D.N. '[handelsnaam 1]', betaling van vier facturen van in totaal € 13.887,50 van gedaagde, H.O.D.N. '[handelsnaam 2]'. Eiser heeft werkzaamheden verricht in opdracht van gedaagde, waarbij mondelinge afspraken zijn gemaakt over de vergoeding per adres. Gedaagde heeft verweer gevoerd, stellende dat eiser de werkzaamheden niet of niet correct heeft uitgevoerd en dat hij alleen wil betalen voor de goed uitgevoerde werkzaamheden. De kantonrechter oordeelt dat het aan gedaagde is om te bewijzen dat eiser ten onrechte heeft gefactureerd. Gedaagde heeft zijn verweer onvoldoende onderbouwd en niet aangetoond dat hij eiser in de gelegenheid heeft gesteld om eventuele fouten te herstellen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het totaalbedrag dat gedaagde aan eiser moet betalen bedraagt € 15.258,29, te vermeerderen met wettelijke rente.