Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 februari 2023 in de zaak tussen
[verzoeker 1] , uit [vestigingsplaats 1] ,
[verzoeker 3] ,uit [vestigingsplaats 2] ,
verzoekers
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak hebben verzoekers, die ieder een visserijbedrijf hebben, bezwaar gemaakt tegen de reductie van het aantal zegendagen voor de aal- en schubvisserij op het IJsselmeer. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 24 juni 2022 vergunningen verleend met een reductie van het aantal zegendagen van 7 naar 2, gebaseerd op een rapport van Wageningen Marine Research dat de slechte staat van het brasembestand in het IJsselmeer aantoont. Verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat het visseizoen op 15 maart 2023 afloopt en zij financieel nadeel ondervinden van de reductie.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 8 februari 2023 behandeld en geconcludeerd dat de aangevoerde gronden om een voorlopige voorziening te treffen vragen om een uitgebreide beoordeling door een meervoudige kamer. De voorzieningenrechter heeft de belangen van partijen tegen elkaar afgewogen. Het belang van de minister om het brasembestand te beschermen en te herstellen weegt zwaarder dan het belang van verzoekers om 7 dagen te kunnen vissen. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan op 17 februari 2023.