3.1.[eiser] vordert – na wijziging van eis – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
ten aanzien van [gedaagde 1]
primair
I. Voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] met de Uitlating onrechtmatig jegens [eiser]
heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW;
II. [gedaagde 1] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de navolgende rectificatie te plaatsen op de website van [gedaagde 2] , meer specifiek op de homepage, althans op zijn eigen sociale media accounts, te weten Twitter en Instagram, en wel voor de duur van drie dagen, althans een in goede justitie door de rechter te bepalen rectificatie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat [gedaagde 1] hiermee in gebreke blijft;
De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat de uitlatingen, die ik op 24 november 2021 deed over [eiser] (voetballer), als onrechtmatig kwalificeren en dat ik daarmee de eer en goede naam van [eiser] heb aangetast. Door de rechtbank Midden-Nederland ben ik veroordeeld tot rectificatie van deze uitlatingen. Middels dit bericht voldoe ik aan het gewezen vonnis.
subsidiair
III. Voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] met de Uitlating onrechtmatig jegens [eiser]
heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW;
IV. [gedaagde 1] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de onder III gevorderde verklaring voor recht gedurende drie dagen te plaatsen op de website van [gedaagde 2] , meer specifiek op de homepage, althans op zijn eigen sociale media accounts, te weten Twitter en Instagram, althans in/op een door de rechtbank te bepalen medium, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat hij hiermee in gebreke blijft;
ten aanzien van [gedaagde 2]
primair
V. Voor recht te verklaren dat [gedaagde 2] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW;
VI. [gedaagde 2] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de navolgende rectificatie te plaatsen op haar website, meer specifiek op de homepage, en wel voor de duur van drie dagen, althans een in goede justitie door de rechter te bepalen rectificatie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat [gedaagde 2] hiermee in gebreke blijft;
De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat [gedaagde 2] onrechtmatig heeft gehandeld door de onrechtmatig gekwalificeerde uitlatingen van [gedaagde 1] (die door hem zijn gedaan op 24 november 2021) over de persoon van [eiser] (voetballer) te verspreiden op haar sociale media kanalen. [gedaagde 2] is bij vonnis Rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot het plaatsen van onderhavig bericht. Middels dit bericht voldoet [gedaagde 2] aan het gewezen vonnis.
subsidiair
VII. Voor recht te verklaren dat [gedaagde 2] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW;
VIII. [gedaagde 2] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de onder VII gevorderde verklaring voor recht gedurende drie dagen te plaatsen op de website van [gedaagde 2] , meer specifiek op de homepage, althans op zijn eigen sociale media accounts, te weten Twitter en Instagram, althans in/op een door de rechtbank te bepalen medium, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat [gedaagde 2] hiermee in gebreke blijft;
ten aanzien van [gedaagde c.s.]
IX. [gedaagde c.s.] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van
€ 5.000,00 aan immateriële schadevergoeding, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente tot aan de dag der voldoening;
X. [gedaagde c.s.] te veroordelen in de kosten van deze procedure.