Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/16/534731 / HA ZA 22-92 van:
hierna te noemen: [eiseres 1] ,
2. in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534732 / HA ZA 22-93 van:
[eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
3.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534733 / HA ZA 22-94 van:de maatschap[eiseres 3] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,eiseres,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
4.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534737 / HA ZA 22-95 van:
[eiseres 4],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
5.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534740 / HA ZA 22-96 van:de maatschap[eiseres 5] ,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres 5] ,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
6.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534741 / HA ZA 22-97 van:
[eiseres 6],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
7. in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534745 / HA ZA 22-98 van:
[eiseres 7],
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres 7] ,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
8.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534747 / HA ZA 22-99 van:
[eiseres 8],
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
9.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534748 / HA ZA 22-100 van:
[eiseres 9] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
10.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534801 / HA ZA 22-103 van:
[eiseres 10],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
11.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534803 / HA ZA 22-104 van:
[eiseres 11],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
12.in de zaak met zaaknummer / rolnummer:16/534805 / HA ZA 22-105 van:
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [eiseres 12] ,
advocaten mrs. C.S. Hoitink, J.J.A. Braspenning en Th.J.H.M. Linssen te Tilburg,
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7,
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7.
In alle twaalf zaken zijn dezelfde twee rechtsvragen aan de orde, namelijk:
1. mocht Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de met alle eisers in de twaalf zaken
gesloten overeenkomst tot levering van, wat hierna zal worden genoemd,
PlanetProof melk opzeggen, en
2. is het door het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina genomen besluit
om die overeenkomsten op te zeggen rechtsgeldig?
Daarbij komt dat de overeenkomst tot levering van PlanetProof melk, de opzegging en het opzegbesluit in alle twaalf zaken identiek zijn.
Waar gaan de zaken over?
On the way to PlanetProof” (hierna: het PlanetProof keurmerk). Een zuivelproduct mag dit keurmerk dragen als het gefabriceerd is met zuivel dat aan bepaalde duurzaamheidscriteria voldoet. Deze criteria zien op het bereiken van
schonere lucht, een vruchtbare bodem, goede waterkwaliteit en dierenwelzijn.
Op grond van deze Aanvullende Overeenkomst wordt er door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina een opslag op de op grond van de Leveringsovereenkomst geldende garantieprijs betaald voor iedere kg geleverde PlanetProof melk [2] .
Artikel 2.2. van de Aanvullende Overeenkomst:“Ieder van Partijen kan de Aanvullende Overeenkomst eenzijdig beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn zoals opgenomen in de relevante Nadere Voorwaarden die van toepassing zijn op de levering van de soort bijzondere melk waar de Aanvullende Overeenkomst op ziet.”
A. er sprake is van een plotseling wegvallende marktvraag voor melk volgens de Top-
Zuivellijn standaard; en/of
B. FrieslandCampina op enig moment minder behoefte heeft aan melk volgens de
Top-Zuivellijn standaard, onafhankelijk van de reden daarvoor.”
33 melkveehouders een (identieke) e-mail gestuurd, waarin zij de opzegging van de met ieder van hen gesloten Aanvullende Overeenkomst aankondigt.
“ In 2018 is FrieslandCampina als eerste zuivelonderneming gestart met de productie van zuivel onder het On the way to PlanetProof-keurmerk. Inmiddels leveren ruim 700 melkveebedrijven melk voor deze bijzondere melkstroom. Het totale melkvolume van deze bedrijven is afgelopen jaar sterker gegroeid dan de marktvraag. Hierdoor is inmiddels een te grote onbalans ontstaan tussen de vraag en aanbod, wat ten koste gaat van de winstgevendheid van deze melkstroom.
Om de On the way to PlanetProof-melkstroom optimaal te kunnen verwaarden is het nodig om bij gelijk blijvende marktvraag, met minder bedrijven verder te gaan. De bedrijven waar we afscheid van nemen zijn geselecteerd op basis van logistieke overwegingen.
Zij zijn van mening dat:
- de opzegging ongeldig is en/of dat de gebruikmaking van de contractuele
opzegbevoegdheid, in de gegeven omstandigheden, naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid onaanvaardbaar is,
- het opzegbesluit op grond van het bepaalde in artikel 2:15 lid 1 onder b Burgerlijk
Wetboek (BW) vernietigbaar is.
1. voor recht wordt verklaard dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de
Aanvullende Overeenkomst niet mocht opzeggen,
2. het opzegbesluit van 9 februari 2021 wordt vernietigd,
3. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina wordt veroordeeld tot betaling van de opslag
voor de vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021, en voor [eiseres 11] tot en
met 12 oktober 2021, geleverde PlanetProof melk, te vermeerderen primair met
de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW,
4. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina wordt veroordeeld tot betaling van de
buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals
bedoeld in artikel 6:119 BW.
5. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina wordt veroordeeld tot nakoming van haar
verplichting om de opslag te betalen voor de vanaf 1 januari 2022 geleverde
PlanetProof melk, primair te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals
bedoeld in artikel 6:119a BW,
6. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina wordt veroordeeld om de Aanvullende
Overeenkomst na te komen door de aangeboden PlanetProof melk
te verwerken en de daarvoor geldende opslag te betalen.
Het verweer van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina
Zij is in de eerste plaats van mening dat het haar was toegestaan om gebruik te maken van haar contractuele opzegbevoegdheid.
Als dat niet zo is dan is Zuivelcoöperatie FrieslandCampina van mening dat haar ongeldige opzegging moet worden omgezet in een geldige opzegging. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina beroept zich daarbij op haar contractuele opzegbevoegdheid om de Aanvullende Overeenkomst zonder reden met een opzegtermijn van 2 maanden op te zeggen. Verder betwist Zuivelcoöperatie FrieslandCampina dat het opzegbesluit vernietigbaar is.
De rechter is van oordeel dat de gebruikmaking van de contractuele opzegbevoegdheid (aangenomen dat die er was) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat komt door een aantal omstandigheden in onderlinge samenhang bezien. Daarbij wordt vooral van zwaarwegend belang gevonden dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina een minder ingrijpende maatregel had kunnen en moeten treffen. Zij had pijn kunnen en moeten verdelen over de ruim 700 melkveehouders met wie zij op het moment van de opzegging een Aanvullende Overeenkomst had gesloten.
Er is ook geen ruimte voor omzetting van de ongeldige opzegging in een geldige opzegging. Ook de gebruikmaking van de contractuele opzegbevoegdheid om de aanvullende overeenkomst zonder daarvoor een reden te hebben op te zeggen met een opzegtermijn van twee maanden is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Verder is het opzegbesluit vernietigbaar, omdat het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina in redelijkheid niet tot dit besluit heeft kunnen komen. Daarbij zijn dezelfde omstandigheden van belang als de omstandigheden die meebrengen dat de gebruikmaking van de contractuele opzegbevoegdheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
1. mocht Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de Aanvullende Overeenkomst
met ieder van eisers opzeggen?
2. mocht het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina het opzegbesluit
nemen?
[eiseres 12] niet mocht opzeggen. Hierna wordt uitgelegd waarom dat zo is.
Nadere Voorwaarden is bepaald dat de Aanvullende Overeenkomst door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina kan worden opgezegd (zie 2.11). Er is dus sprake van een contractuele opzegbevoegdheid.
De opzegging mag dan ondanks dat sprake is van een contractuele opzegbevoegdheid toch niet worden gedaan en leidt dan evenmin tot de beëindiging van de overeenkomst.
1. de werkelijke reden voor de opzegging van de Aanvullende Overeenkomst is de
vermindering van de transportkosten. Dat is volgens artikel 7 lid 1 Nadere
Voorwaarden geen reden om de Aanvullende Overeenkomst met een opzegtermijn
van 1 maand op te zeggen;
melk (disbalans tussen vraag naar en aanbod van PlanetProof melk), zodat er ook
daarom niet met een opzegtermijn van 1 maand kon worden opgezegd.
juli 2021 gemiddeld 2,5 miljoen kg per maand PlanetProof melk (dus 15 miljoen kg in totaal) te veel PlanetProof melk geleverd zou krijgen. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina betaalde op dat moment een opslag van € 0,02 per kilogram PlanetProof melk. Met het te verwachten overschot van 15 miljoen kg zou dat ertoe leiden dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina voor een totaalbedrag van € 300.000,00 aan opslag moest uitbetalen, waar geen opbrengsten tegenover stonden.
Want ook als wordt aangenomen dat die disbalans er was en dat die disbalans de reden voor opzegging van Aanvullende Overeenkomst was, dan nog mocht Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de Aanvullende Overeenkomst niet opzeggen. Weliswaar had Zuivelcoöperatie FrieslandCampina in dat geval een contractuele opzegbevoegdheid, maar de gebruikmaking van die contractuele opzegbevoegdheid is in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Hierna wordt uitgelegd waarom dat zo is.
3.14.3. De contractuele opzegbevoegdheid van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina is éénzijdig door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina opgelegd. Er is voor het aangaan van de Aanvullende Overeenkomst daarover niet onderhandeld, daarover zijn partijen het eens.
Bovendien had daarover, zo heeft Zuivelcoöperatie FrieslandCampina tijdens de mondelinge behandeling bevestigd, ook niet kunnen worden onderhandeld.
Toen zij werden benaderd en toen de Aanvullende Overeenkomst met hen werd gesloten was er alleen nog maar een PlanetProof fabriek in Rotterdam en Maasdam. Hun ligging ten opzichte van de PlanetProof fabrieken deed er toen kennelijk niet toe.
In het kader van de opzegging van de Aanvullende Overeenkomst is die ligging ineens een groot knelpunt en is die ligging van doorslaggevende betekenis bij het zoeken naar een oplossing voor de disbalans (aangenomen dat die er was).
a) zijzelf daartoe besloten en/of
b) zij niet meer aan de duurzaamheidscriteria voldeden.
Het had van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina, gelet op de relatief korte duur van de disbalans en de daarmee gepaard gaande relatief lage schade, kunnen worden verlangd dat zij had gewacht met het treffen van de ingrijpende opzeggingsmaatregel totdat er duidelijkheid was over hoeveel melkveehouderijen er in de hiervoor genoemde periode zouden afvallen. Dat die duidelijkheid, zoals Zuivelcoöperatie FrieslandCampina aanvoert, er pas in juni 2021 zou zijn, omdat aan de melkveehouderijen die eind april/begin mei niet aan de duurzaamheidscriteria voldoen nog een herstelmogelijkheid van 4 weken moet worden geboden, maakt dit niet anders. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina had ook die herstelperiode moeten afwachten.
Dat is echter niet het geval. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina had de “pijn” kunnen en moeten verdelen over alle ruim 700 melkveehouders [4] met wie zij op dat moment een Aanvullende Overeenkomst had gesloten. De leden van een coöperatie moeten zich tegenover elkaar gedragen met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid. Op grond daarvan had de pijn dan ook over hen kunnen worden verdeeld. Dat strookt ook met de coöperatie-gedachte: “
we doen het samen”.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina had deze pijn op verschillende manieren kunnen verdelen. Zij had bijvoorbeeld, zoals hierna wordt toegelicht, kunnen sturen op het aanbod en op de opslagprijs. Beide manieren komen erop neer dat de met de disbalans gepaarde schade van € 300.000,00 wordt verdeeld over de ruim 700 melkveehouders die op het moment van de opzegging PlanetProof melk leverden. Dat komt neer op gemiddeld nog geen € 430,00 per melkveehouder (€ 300.000,00 : 700 = € 428,57).
bijzondere melk (
de rechter lees: PlanetProof melk), die zij van haar leden wenst af te nemen,
vaststelt aan de hand van de behoefte in de markt aan melk met die kenmerken en de mogelijkheid
van FrieslandCampina, dan wel de door haar aangewezen derde, om dergelijke melk in de markt af
te zetten.”
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina voert aan dat deze maatregel nog ingrijpender is dan de opzegging van de Aanvullende Overeenkomsten met de 33 melkveehouders in de regio Twente, omdat er dan melk zou moeten worden weggespoeld en koeien droog zouden komen te staan. Daarvan is echter sprake, omdat de PlanetProof melk ook als “gewone” melk mag worden geleverd. De ruim 700 melkveehouders krijgen echter alleen tijdelijk (gedurende de relatief korte periode van de disbalans) daarvoor minder vergoed dan zij gewend zijn). Het gaat daarbij zoals hiervoor al is gezegd om een totaalbedrag van gemiddeld nog geen € 430,00 per melkveehouder.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina voert verder nog aan dat deze mogelijkheid praktisch niet haalbaar zou zijn. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft echter niet gemotiveerd onderbouwd waarom dat zo zou zijn. Aan deze stelling wordt daarom voorbijgegaan.
€ 300.000,00 vanwege het te grote aanbod aan PlanetProof melk op alle melkveehouders die PlanetProof melk leveren te verhalen.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft daarop aangevoerd dat dit commercieel niet haalbaar is. Zij heeft echter niet uitgelegd waarom dat zo zou zijn. Bovendien komt deze maatregel erop neer dat de melkveehouders die PlanetProof melk leveren gemiddeld nog geen € 430,00 erop inleveren.
Ook heeft Zuivelcoöperatie FrieslandCampina aangevoerd dat ook in deze situatie koeien droog komen te staan. Dat argument gaat zoals hiervoor al is uitgelegd niet op.
juni 2021 al weer nieuwe leden is gaan werven voor het produceren van PlanetProof melk en dat zij daarna met ongeveer 100 melkveehouders een Aanvullende Overeenkomst heeft gesloten. Aan [eiseres 1] , [eiseres 2] , [eiseres 3] , [eiseres 4] , [eiseres 5] , [eiseres 6] , [eiseres 7] , [eiseres 8] , [eiseres 9] , [eiseres 10] , [eiseres 11] , en [eiseres 12] is toen niet aangeboden om weer een Aanvullende Overeenkomst aan te gaan.
1 maand opzeggen. Deze opzegging is daarom ongeldig.
Omzetting (conversie) niet aan de orde3.16. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina voert nog als verweer aan dat deze ongeldige opzegging moet worden omgezet in een geldige opzegging tegen een later tijdstip.
Op grond van Aanvullende Overeenkomst en Nadere Overeenkomst is zij bevoegd om de Aanvullende Overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden op te zeggen, zonder dat zij daarvoor een reden hoeft te hebben.
Van omzetting (conversie) van een ongeldige opzegging in een geldige opzegging in de zin van artikel 3:42 BW kan daarom geen sprake zijn. Dit wordt als volgt uitgelegd.
Nog afgezien van de vraag of Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de Aanvullende Overeenkomst zonder daarvoor een reden te hebben zou hebben kunnen opzeggen (artikel 6:248 lid 1 BW) geldt dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina die reden in dit geval feitelijk wel had. Die reden was de door haar gestelde disbalans tussen de vraag naar en aanbod van PlanetProof melk. De gebruikmaking van de contractuele bevoegdheid om met een opzegtermijn van 2 maanden op te zeggen, zou daarom vanwege dezelfde omstandigheden zoals hiervoor in 3.14. tot en met 3.14.11 is besproken naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.
Anders dan Zuivelcoöperatie FrieslandCampina meent, weegt het belang van “het collectief” niet zwaarder dan het belang van respectievelijk [eiseres 1] , [eiseres 2] , [eiseres 3] , [eiseres 4] , [eiseres 5] , [eiseres 6] , [eiseres 7] , [eiseres 8] , [eiseres 9] , [eiseres 10] , [eiseres 11] , en [eiseres 12] . De opzegging van de Aanvullende Overeenkomst is voor laatstgenoemden zeer ingrijpend en er had kunnen en moeten worden volstaan met een minder ingrijpende maatregel. De pijn had over alle leden die een Aanvullende Overeenkomst hadden gesloten met Zuivelcoöperatie FrieslandCampina kunnen en moeten worden verdeeld.
Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat de opzegging van de met [eiseres 1] , [eiseres 2] , [eiseres 3] , [eiseres 4] , [eiseres 5] , [eiseres 6] , [eiseres 7] , [eiseres 8] , [eiseres 9] , [eiseres 10] , [eiseres 11] , en [eiseres 12] gesloten Aanvullende Overeenkomst geen effect heeft gehad en niet heeft geleid tot beëindiging van de Aanvullende Overeenkomst. De met ieder van hen gesloten Aanvullende Overeenkomst is dus steeds blijven bestaan.
voor l.005.682 kg PlanetProof melk
voor 910.053 kg PlanetProof melk
voor 678.348 kg PlanetProof melk
voor 901.695 kg PlanetProof melk
voor 922.139 kg PlanetProof melk
voor 787.726 kg PlanetProof melk
voor 517.833 kg PlanetProof melk
voor 949.321 kg PlanetProof melk
heeft zij de omvang van de door hen gevorderde opslag niet betwist.
Het door [eiseres 11] gevorderde bedrag van € 10.000 wordt niet toegewezen, omdat [eiseres 11] die vordering niet gemotiveerd heeft onderbouwd. Zij heeft slechts aangevoerd dat dit een schatting betreft gebaseerd op de levering van PlanetProof melk in 2020. Het gaat echter niet om een schatting, maar om daadwerkelijk geleverde PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot 12 oktober 2021 (het moment waarop [eiseres 11] met haar bedrijf is gestopt). Wel kan worden toegewezen het in de dagvaarding gevorderde bedrag van
€ 6.300,20. In die dagvaarding heeft [eiseres 11] gesteld dat zij vanaf 13 maart 2021 315.010 kg PlanetProof melk aan Zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft geleverd. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft dit niet betwist. Aangenomen wordt daarom dat die gestelde hoeveelheid is geleverd en dat daarvoor de in de dagvaarding genoemde opslag is verschuldigd.
[eiseres 1] , [eiseres 2] , [eiseres 3] , [eiseres 4] , [eiseres 5] , [eiseres 6] , [eiseres 7] , [eiseres 8] , [eiseres 9] , [eiseres 10] , [eiseres 11] , en [eiseres 12] hebben aangevoerd dat in het kader van de met hen gesloten Aanvullende Overeenkomst een uiterste dag van betaling is overeengekomen; er moet uiterlijk worden betaald op de vijftiende dag van de maand volgend op de levering van de PlanetProof melk. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina heeft dit niet betwist. De rechter houdt het er daarom voor dat [eiseres 1] , [eiseres 2] , [eiseres 3] , [eiseres 4] , [eiseres 5] , [eiseres 6] , [eiseres 7] , [eiseres 8] , [eiseres 9] , [eiseres 10] , [eiseres 11] , en [eiseres 12] wat dit betreft gelijk hebben.
Zij hebben niet inzichtelijk gemaakt hoeveel PlanetProof melk zij in deze periode iedere maand hebben geleverd. De rechter gaat voor het bepalen van de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente daarom ervan uit dat zij ook in december 2021 nog PlanetProof melk hebben geleverd.
16 januari 2022.
Voor [eiseres 11] geldt hetzelfde, zij het dat haar laatste levering in oktober 2021 is geweest, zodat de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente in haar geval wordt bepaald op
6 november 2022.
dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina wordt veroordeeld tot nakoming van haar
verplichting om de opslag te betalen voor de vanaf 1 januari 2022 door hen reeds geleverde PlanetProof melk.
1 januari 2022 PlanetProof melk aan haar hebben geleverd. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina zal daarom alsnog de daarvoor geldende opslag moeten betalen.
Ook is zij de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over deze opslag verschuldigd met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als uiterste dag van betaling tot en met de dag waarop Zuivelcoöperatie FrieslandCampina de geldsom heeft voldaan.
- explootkosten € 103,33
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat € 1.196,00 voor salaris advocaat (2 x € 598,00)
€ 20.113,64 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
€ 18.201,06 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
€ 13.566,96 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
€ 18.033,90 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
- € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan
dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel
6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van
betaling
€ 18.442,78 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
- € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan
dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel
6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van
betaling
€ 15.754,52 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
- € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan
dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in
artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag
van betaling
€ 15.139,02 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
- € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan
dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel
6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van
betaling
€ 19.314,66 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
€ 10.356,66 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,
€ 6.300,20 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot 12 oktober 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 november 2021 tot en met de dag van voldoening,
€ 18.986,42 (de achterstallige opslag voor de levering van PlanetProof melk in de periode vanaf 13 maart 2021 tot en met 31 december 2021), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 16 januari 2022 tot en met de dag van voldoening,