In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 22 december 2023, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 25 augustus 2022 tegen de beschikking aanvullende werkelijke schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 6 juni 2023. De rechtbank heeft de Belastingdienst/Toeslagen opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten ter hoogte van € 209,25 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.