ECLI:NL:RBMNE:2023:7742

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
10579381 \ MC EXPL 23-3609
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur in bouwproject; opdrachtgever- en aannemersrelatie

In deze civiele procedure vordert eiser, een VOF, betaling van een onbetaalde factuur van € 1.439,90 inclusief btw, die in rekening is gebracht bij gedaagde voor een statische berekening ten behoeve van een bouwproject. Gedaagde, die de factuur onbetaald heeft gelaten, ontkent dat hij de opdrachtgever is van eiser. Eiser stelt dat de opdracht is gegeven door de architect van het project, maar kan dit niet voldoende onderbouwen. De kantonrechter oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat gedaagde de opdrachtgever is en wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 438,00. Het vonnis is uitgesproken op 8 november 2023 door de kantonrechters D.A. van Steenbeek en O.P. van Tricht.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 10579381 \ MC EXPL 23-3609
Vonnis van 8 november 2023
in de zaak van
[eiser] VOF,
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: R. van Dijk, werkzaam bij Juristu Incassodiensten B.V.,
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. I. van Leusden-Willemse.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Daarna is bepaald dat een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over
2.1.
[eiser] heeft een statische berekening gemaakt ten behoeve van een bouwproject in of bij een woning in Laren. De verbouwing werd uitgevoerd door [gedaagde] . De bij het bouwproject betrokken architect was de heer [architect] . [eiser] heeft haar werkzaamheden bij factuur van 21 september 2021 in rekening gebracht bij [gedaagde] , voor € 1.439,90 inclusief btw. [gedaagde] heeft die factuur onbetaald gelaten, want volgens hem is hij helemaal geen opdrachtgever van [eiser] . Volgens [eiser] wel, en daarom vordert [eiser] betaling van [gedaagde] van die factuur in deze procedure, met nevenvorderingen.
Wat oordeelt de kantonrechter
2.2.
De kantonrechter kan kort zijn. Omdat [gedaagde] ontkent dat hij opdrachtgever is, had het op de weg van [eiser] gelegen om duidelijk te maken waarom [gedaagde] dat wel zou zijn. Dat doet [eiser] op geen enkele manier. Bij repliek voert zij aan dat zij de opdracht gekregen zou hebben van de heer [architect] (de architect), die een hulppersoon zou zijn van [gedaagde] . Maar [gedaagde] ontkent dat en [eiser] voert niets aan waaruit dat zou moeten blijken. De vordering voor de hoofdsom wordt dus, als onvoldoende onderbouwd, afgewezen. De nevenvorderingen delen dit lot.
2.3.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de kosten van [gedaagde] begroot op € 438,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief € 199,00 + € 40,00 nasalaris).

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 438,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiser] ook de kosten van betekening betalen;
3.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek en in het openbaar bij vervroeging uitgesproken door mr. O.P. van Tricht, kantonrechter, op 8 november 2023.
RW 1368