Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[verweerder sub 1] ,
2.
[verweerder sub 2],
3.
[verweerder sub 3],
4.
[verweerster sub 4],
5.
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
1.De procedure
- het verzoekschrift tot het doen houden van een voorlopig deskundigenbericht, art. 202 e.v. Rv, met producties,
- het verweerschrift van [verweerder sub 1] , [verweerder sub 2] en [verweerster sub 4] , zonder producties,
- het verweerschrift van [verweerder sub 3] , met één productie,
- het verweerschrift van De Staat, met producties,
- de mondelinge behandeling op 4 oktober 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
- de spreekaantekeningen van [verzoekster] .
2.Het verzoek en het verweer
3.De beoordeling
4.De beslissing
- de deskundige dient binnen drie weken na de datum van deze beschikking een begroting van zijn kosten op te geven aan de civiele griffie, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
- de civiele griffie zal bedoelde opgave toezenden aan partijen;
- partijen kunnen binnen twee weken daarna bij mr. J.M.P. Drijkoningen schriftelijk bezwaar maken tegen de begroting;
- indien niet tijdig bezwaar wordt gemaakt wordt het voorschot terzake van de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige te begroten bedrag;
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt zal de begroting worden vastgesteld bij afzonderlijke beslissing;