ECLI:NL:RBMNE:2023:7723

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
16/019010-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van geestelijke gesteldheid en recidiverisico

In de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 22 december 2023 een beslissing genomen over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, geboren in 1986 in Syrië. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De beslissing is gebaseerd op de wettelijke aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene van januari tot september 2023, alsook op adviezen van deskundigen die de noodzaak van verlenging onderbouwen. De betrokkene is eerder veroordeeld voor poging moord en mishandeling, en de tbs is ingegaan op 29 december 2021.

Tijdens de zitting op 11 december 2023 zijn de officier van justitie, de betrokkene en deskundigen gehoord. De deskundige heeft bevestigd dat er nog steeds sprake is van ernstige geestelijke stoornissen, waaronder schizofrenie, en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid van het advies te twijfelen en heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist. De betrokkene heeft zich na opname in de kliniek problematisch gedragen, wat de noodzaak van verlenging verder onderstreept. De rechtbank heeft de maatregel met twee jaar verlengd, waarbij de betrokkene ook in aanmerking komt voor behandeling gericht op zijn geestelijke gezondheid.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/019010-21 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 22 december 2023
In de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] (Syrië),
verblijvende in [verblijfplaats] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze
vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing genomen.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 14 december 2021 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij is veroordeeld tot poging moord en mishandeling;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 29 december 2021;
  • de vordering van de officier van justitie van 13 november 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [instelling] van 10 oktober 2023, opgemaakt door
drs. [A] , psychiater en plaatsvervangend hoofd van de instelling, en
[B] , verpleegkundig specialist en coördinerend regiebehandelaar, inhoudende het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
 de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode januari 2023 tot en met september 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 11 december 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
  • de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman;
  • de aan de kliniek verbonden deskundige, [B] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van stoornissen. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering?
Betrokkene is bij vonnis van 14 december 2021 veroordeeld voor poging doodslag en mishandeling. De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling in duur niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van stoornissen bij betrokkene, te weten schizofrenie, een verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde disruptieve impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Betrokkene is op 13 januari 2023 opgenomen in [verblijfplaats] op afdeling [afdelingsnaam 1] . Betrokkene liet zich na zijn opname steeds minder goed begrenzen en begeleiden. Bij oplopende spanning kon hij impulsief agressie laten zien. Betrokkene werd op 6 februari 2023 overgeplaatst naar de intensieve zorgafdeling [afdelingsnaam 2] . Sinds zijn opname op afdeling [afdelingsnaam 2] verbleef hij bijna structureel op kamerafzondering. Hij uitte forse bedreigingen richting de staf van de kliniek, enkele keren zelfs bedreigingen met de dood. Ook veroorzaakte hij vele incidenten, waarbij hij staf van de kliniek schopte of sloeg en met voorwerpen wilde gooien. Een uitbreiding van zijn vrijheden was dan ook lange tijd niet aan de orde. Op 18 augustus 2023 is dwangbehandeling gestart met antipsychotica in depotvorm. Sinds de start van antipsychotica is betrokkene adequater in contact. Hij is minder gedesoriënteerd en de taalbarrière vormt een minder grote belemmering dan eerder. Ook is het mogelijk om met hem concrete afspraken te maken over de veiligheid. Zijn vrijheden worden momenteel stapsgewijs uitgebreid. Hij staat aangemeld voor het volgen van behandeling gericht op zijn schizofrenie en agressieproblematiek.
De combinatie van eerder onbehandelde psychose, verstandelijke beperking en taalbarrière maakt dat het behandeltraject een langere periode zal vergen. Tevens zal betrokkene voor zijn globale functioneren ook op lange termijn aangewezen blijven op intensieve begeleiding. De behandeling zal naar verwachting nog meerdere jaren in beslag nemen.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met
twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mr. G.A. Bos en
mr. N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.
Mr. Bos is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.