ECLI:NL:RBMNE:2023:7721

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
16/600836-10
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van recidiverisico en psychische toestand

In de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 11 december 2023 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, geboren in 1956. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. S. Mirshahi, om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank heeft hierbij gelet op de stukken in het dossier, waaronder eerdere vonnissen en rapporten van deskundigen. De betrokkene is ter beschikking gesteld na een veroordeling voor poging tot moord in 2010, en de tbs is voor het laatst verlengd in 2021.

Tijdens de zitting is vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico hoog is bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft het advies van de inrichting overgenomen, dat pleit voor verlenging van de tbs, en heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen dit vereist. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de huidige situatie van de betrokkene, die in een transmurale woonvoorziening verblijft, en de mogelijkheid van een verhuizing naar een kliniekwoning in Utrecht.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs met twee jaar noodzakelijk is om de veiligheid van de samenleving te waarborgen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter, mr. G.A. Bos, en de rechters mr. N.M.H. van Ek en mr. I.G.C. Bij de Vaate aanwezig waren. De uitspraak is openbaar uitgesproken en mr. Bos was buiten staat om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/600836-10 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 11 december 2023
In de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze
vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing genomen.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 23 december 2010 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 27 december 2013;
  • de beslissing van deze rechtbank van 22 december 2021 waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 27 november 2023 die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] van 30 oktober 2023, opgemaakt door drs. [A] , klinisch psycholoog en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, drs. [B] , psycholoog en hoofd behandeling, drs. [C] , psychiater, inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • het pro Justitia-rapport van 18 september 2023, opgemaakt door dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater;
  • het pro Justitia-rapport van 15 september 2023, opgemaakt door drs. I. van Asselt, psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode 20 oktober 2021 tot en met 24 oktober 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 11 december 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. S. Mirshahi;
  • de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman;
  • de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. [B] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van stoornissen. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

Betrokkene heeft niet willen meewerken met de psycholoog en psychiater. Door de weigering van betrokkene achtte de psycholoog zich niet in staat om zich uit te laten over diagnostiek, risicoprognose, risicomanagement en verlenging van de maatregel. Op basis van met name het dossieronderzoek, het indexdelict en hetgeen betrokkene in een kort gesprekje noemde (namelijk dat hij direct wil kunnen terugvallen op de [verblijfplaats] , en dat hij geweld zal gebruiken als dat niet meer kan), adviseert de psychiater dat het erop lijkt dat het advies zou moeten zijn de terbeschikkingstelling te verlengen en wel met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de tbs (met dwangverpleging) met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering?
Betrokkene is bij vonnis van 23 december 2010 veroordeeld voor poging moord.
De tbs is niet gemaximeerd, nu – hoewel niet uitdrukkelijk overwogen in het veroordelend vonnis – uit dit vonnis duidelijk blijkt dat sprake is van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van stoornissen bij betrokkene, te weten een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in cannabisgebruik (in langdurige volledige remissie in een gereguleerde omgeving), een stoornis in het gebruik van opioïde (in langdurige volledige remissie), (trekken van) een borderline persoonlijkheidsstoornis en (trekken van) een narcistische persoonlijkheidsstoornis.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Het risico op terugval in gewelddadig gedrag wordt voor de huidige situatie van transmuraal verlof met een eigen appartement in de transmurale woonvoorziening [instelling] ingeschat als laag. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico op terugval in gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. Zonder huisvesting, financiële middelen en inbedding in beschermende structuren is de kans aanzienlijk dat betrokkene zal terugvallen in middelengebruik met als gevolg hiervan conflictueus gedrag en een criminele leefstijl.
Betrokkene heeft ter terechtzitting naar voren gebracht dat hij binnenkort kan verhuizen naar een kliniekwoning in de stad Utrecht. Daarnaast heeft betrokkene naar voren gebracht dat hij vanuit deze kliniekwoning in contact wil blijven met de [verblijfplaats] als stok achter de deur. Betrokkene kan zich dan ook vinden in het advies van de instelling tot verlenging van de maatregel met twee jaar.
De deskundige heeft ter zitting toegelicht dat er komende week een gesprek met de huismeester en een bezichtiging bij de kliniekwoning zal plaatsvinden. Hoewel nog overeenstemming moet worden bereikt over de manier waarop die woning zal worden ingericht, is volgens de deskundige een verhuizing op korte termijn mogelijk. Vanuit daar zal worden getoetst hoe betrokkene omgaat met begeleiding op afstand en of uitbreiding van vrijheden en verdere vervolgstappen aan de orde zijn.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling – behoudens bijzondere omstandigheden – verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Verdere stappen voorwaarts en verdere uitbreiding van vrijheden en verantwoordelijkheden moet bij betrokkene geleidelijk en in een rustig tempo gezet worden. De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met
twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mr. N.M.H. van Ek en mr. I.G.C. Bij de Vaate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 11 dec 2023.
Mr. Bos is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.