Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling
- dagvaarding: € 107,84
- griffierecht: € 128,00
- salaris gemachtigde € 529,00 (tarief kanton kort geding)
- nakosten € 132,00
- Totaal € 896,84
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap, eiseres, en een gedaagde die woonruimte huurt. De eiseres vorderde ontruiming van de huurwoning van de gedaagde vanwege een huurachterstand van € 9.938,04, die was ontstaan sinds juni 2023. De gedaagde erkende de huurachterstand, maar gaf aan in financiële problemen te verkeren en niet in staat te zijn om de huur te betalen. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang voor de eiseres, aangezien de huurachterstand meer dan drie maanden bedroeg, wat in een bodemprocedure waarschijnlijk zou leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter wees de vordering tot ontruiming toe en stelde de ontruimingstermijn vast op veertien dagen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de lopende huur, maar de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen omdat niet aan de wettelijke vereisten was voldaan. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis direct kon uitvoeren.