ECLI:NL:RBMNE:2023:7704

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
6 mei 2024
Zaaknummer
10304301 \ UC EXPL 23-676
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurtovereenkomst wegens structurele overlast door huurders

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure over de ontbinding van een huurtovereenkomst. Eiseres, Stichting Woonin, heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd wegens structurele overlast veroorzaakt door gedaagden, [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde]. De huurovereenkomst was sinds 6 januari 2020 van kracht en werd in maart 2022 omgezet naar een reguliere huurovereenkomst. Na meldingen van overlast, waaronder geluidsoverlast en intimidatie, heeft Woonin geprobeerd de situatie te verbeteren door gesprekken en een Laatste Kansbeleid aan te bieden, maar zonder resultaat. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden zich niet als goede huurders hebben gedragen en dat de overlast ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering tot ontruiming werd afgewezen omdat deze al was toegewezen in een eerder kort geding. Gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten van Woonin.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10304301 UC EXPL 23-676 NA/58602
Vonnis van 11 oktober 2023
inzake
de stichting
STICHTING WOONIN,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: Woonin,
eiseres in conventie en gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. M.H. Andreae,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende in [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde sub 1] ,
gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. R. van Veen,
de besloten vennootschap
2. [gedaagde sub 2] B.V.
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de heer [onderbewindgestelde] ,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [onderbewindgestelde] ,
gedaagde in conventie,
gemachtigde: mr. R.M. van Ommeren.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 1 februari 2023 met producties 1 tot en met 21;
 de akte wijziging tenaamstelling met producties 22-23;
 de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van [gedaagde sub 1] met producties 1 tot en met 6;
 de conclusie van antwoord van [onderbewindgestelde] met producties 1 en 2;
 de conclusie van antwoord in reconventie tevens inhoudende akte overlegging producties 22 tot en met 26;
 de mondelinge behandeling van 31 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Daarna heeft de kantonrechter bepaald dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar deze zaak over gaat

Conventie

2.1.
Woonin verhuurt – als rechtsopvolger van Stichting Mitros – sinds 6 januari 2020 een woning aan [gedaagde sub 1] en haar minderjarige zoontje [A (voornaam)] (hierna: [A (voornaam)] ) aan het adres [straat 1] [nummeraanduiding 1] in [plaats] (hierna: het gehuurde). In eerste instantie betrof het een Wonen met Zorg huurovereenkomst op tijdelijke basis. Per 1 maart 2022 is deze huurovereenkomst omgezet in een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.2.
Na verkregen toestemming op 28 juni 2021 van Woonin, woont [onderbewindgestelde] bij [gedaagde sub 1] in als haar partner. Vanaf dat moment verslechterde de woonsituatie volgens Woonin, omdat sindsdien de overlastmeldingen over [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] enorm toenamen. Vanaf het najaar 2021 ontstonden er wrijvingen tussen [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] en de buurman van de [straat 1] [nummeraanduiding 2] , de heer [B] (hierna: [B] ). Ook de bewoners van de [straat 1] [nummeraanduiding 3] ondervonden overlast veroorzaakt door [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] en deden daarvan – net als [B] – meldingen bij Woonin. De meldingen zagen vooral op geluidsoverlast van harde muziek, geschreeuw en geruzie tussen [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] , intimidatie en (uit)schelden.
2.3.
Woonin heeft naar aanleiding van de overlastmeldingen contact gelegd met zowel [gedaagde sub 1] als [B] . Dit heeft volgens Woonin geen resultaat opgeleverd. De politie moest regelmatig ter plaatse komen voor de overlast. Op 23 maart 2022 heeft de politie de overlast aangemeld bij U-Centraal. Daarna hebben vanuit U-Centraal verschillende gesprekken plaatsgevonden met [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] . Op 31 mei 2022 is de (woon)situatie aangemeld bij [instelling 1] , nadat meldingen waren ontvangen dat er een vermoeden bestond dat sprake was van fysiek geweld jegens [gedaagde sub 1] door [onderbewindgestelde] , waarbij mogelijk ook [A (voornaam)] aanwezig was. Buurtbemiddeling is om verschillende redenen nooit van de grond gekomen.
2.4.
Ondanks de inzet van Woonin en andere betrokken hulpinstanties, bleef de overlast volgens Woonin aanhouden. Woonin heeft in september 2022 de mogelijkheden tot het aanbieden van een zogenoemd Laatste Kansbeleid onderzocht, omdat de situatie volgens haar onder deze omstandigheden niet meer kon voortduren. Woonin is van mening dat [onderbewindgestelde] een grote rol heeft in de veroorzaakte overlast, waardoor Woonin in het kader van het Laatste Kansbeleid [gedaagde sub 1] een andere woning wilde aanbieden, onder de voorwaarde dat [onderbewindgestelde] niet zou mogen inwonen in de nieuwe woning. [gedaagde sub 1] heeft dit voorstel van Woonin op dat moment niet willen aanvaarden.
2.5.
Volgens Woonin hebben [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] zich niet als goed huurder gedragen en schieten zij, althans [gedaagde sub 1] , daardoor tekort in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Woonin acht de beëindiging van de huurovereenkomst gerechtvaardigd en vordert dan ook ontruiming van het gehuurde en ontbinding van de huurovereenkomst. Ook wil Woonin dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] haar proceskosten betalen.
2.6.
[gedaagde sub 1] vindt dat de vorderingen moeten worden afgewezen. [gedaagde sub 1] voert aan dat zij op haar beurt last heeft van [B] . Zij heeft hierover structureel geklaagd bij Woonin. Volgens [gedaagde sub 1] heeft Woonin partij gekozen in het conflict tussen [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] enerzijds en [B] anderzijds. [gedaagde sub 1] betwist de klachten en meldingen die over haar zijn gedaan. De geluiden waarover geklaagd is, zijn volgens [gedaagde sub 1] normale leefgeluiden. Woonin heeft geen nader onderzoek gedaan naar de overlast en heeft de overlast ook niet onderbouwd met objectieve gegevens, zoals (bijvoorbeeld) een geluidsmeting. De klachten over [gedaagde sub 1] die afkomstig zijn van de bewoners aan de [straat 1] [nummeraanduiding 3] , zijn in onderling overleg met [B] gedaan en zijn op zichzelf onvoldoende onderbouwd. Bovendien zijn de vorige bewoners van de woning van [gedaagde sub 1] ook vertrokken uit de woning vanwege een conflict met [B] . [gedaagde sub 1] trekt hieruit de conclusie dat [B] kennelijk vaker in conflict komt met zijn buren. Haar valt dan ook in overwegende mate geen verwijt te treffen voor wat betreft het ontstaan van de burenruzie.
2.7.
Ook [onderbewindgestelde] vindt dat de vorderingen van Woonin moeten worden afgewezen. Woonin is volgens [onderbewindgestelde] steeds uitgegaan van uitlatingen die door [B] zijn gedaan. Woonin is vooringenomen en elke kleine actie of beweging van [onderbewindgestelde] is door Woonin bestempeld als overlast, zonder dat daar noemenswaardig bewijs voor is aangeleverd. Ook is er volgens [onderbewindgestelde] geen aandacht besteed aan de overlast die [onderbewindgestelde] en [gedaagde sub 1] hebben gemeld over [B] bij Woonin. Dat frustreert [onderbewindgestelde] en hij heeft dit ook een aantal keren geuit. Volgens [onderbewindgestelde] spannen [B] en de bewoners aan de [straat 1] [nummeraanduiding 3] steeds samen tegen hem. Geen enkele melding die afkomstig was van [B] of de bewoners aan de [straat 1] [nummeraanduiding 3] is met bewijsstukken onderbouwd.
Reconventie
2.8.
Tijdens de aanhangigheid van deze procedure zijn twee kort geding vonnissen gewezen, op grond waarvan Woonin is overgegaan tot ontruiming van de woning van [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] . Deze kortgedingvonnissen (ontruiming en daaropvolgend een executiegeschil) zijn volgens [gedaagde sub 1] in strijd met het recht en met de rechtvaardigheid. Er is onvoldoende rekening gehouden met haar belangen en de belangen van [A (voornaam)] , omdat zij naar aanleiding van het gewezen ontruimingsvonnis in kort geding op 12 april 2023 door de deurwaarder op straat zijn gezet, zonder dat er voor hen opvang was geregeld. De huisdieren van [gedaagde sub 1] en [A (voornaam)] zijn naar het asiel gebracht en bijna al hun persoonlijke bezittingen zijn door de deurwaarder weggegooid. Op de dag van de ontruiming heeft [gedaagde sub 1] een epileptische aanval gehad. Door de omstandigheden heeft [A (voornaam)] wekenlang niet naar school kunnen gaan.
2.9.
Volgens [gedaagde sub 1] heeft Woonin door dit handelen in strijd met het Internationaal Verdrag voor de rechten van het Kind (hierna: IVRK) gehandeld. Op grond van het IVRK moeten de belangen van [A (voornaam)] worden meegenomen in een rechterlijk oordeel. Daarnaast moet volgens [gedaagde sub 1] ook worden getoetst of Woonin de belangen van [A (voornaam)] heeft betrokken bij haar besluitvorming. Dit is volgens [gedaagde sub 1] niet het geval, omdat in de dagvaarding met geen woord over [A (voornaam)] wordt gerept. Daarnaast had op basis van het IVRK moeten worden gekeken naar het recht op onderwijs, waarbij beoordeeld moet worden hoe de continuïteit in het onderwijs van [A (voornaam)] kon worden gewaarborgd. Ondanks dat Woonin hierop gewezen is, heeft zij ten onrechte de belangen niet meegenomen in haar besluitvorming. [gedaagde sub 1] is dan ook van mening dat Woonin door de ontruiming onrechtmatig heeft gehandeld.
2.10.
Om een einde te maken aan de bestaande onrechtmatige situatie vordert [gedaagde sub 1] dat Woonin wordt veroordeeld om aan [gedaagde sub 1] binnen twee dagen na dit te wijzen vonnis een passende huurwoning ter beschikking te stellen voor onbepaalde tijd, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag dat Woonin hieraan niet voldoet. Volgens [gedaagde sub 1] is een passende woning een woning met minimaal twee slaapkamers binnen een straal van twee kilometer binnen de school van [A (voornaam)] . Ook wil [gedaagde sub 1] dat haar proceskosten worden betaald door Woonin.
2.11.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De vraag die centraal staat, is of [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] zodanig tekort zijn geschoten in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst dat een ontbinding van die huurovereenkomst gelet op alle omstandigheden van het geval gerechtvaardigd is. Dit is het geval, omdat vast is komen te staan dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] structureel overlast hebben veroorzaakt en zich daardoor niet hebben gedragen als goed huurder.
Ontbinding wegens overlast is gerechtvaardigd
3.2.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde sub 1] op grond van artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek en op grond van de huurovereenkomst zich als goed huurder moet gedragen. [gedaagde sub 1] is ook verantwoordelijk voor de gedragingen van [onderbewindgestelde] , zoals ook blijkt uit de door Woonin verstuurde brief van 28 juni 2021 aan [gedaagde sub 1] . Dat brengt onder andere mee dat zij zich zo moeten gedragen dat [onderbewindgestelde] en zij geen overlast veroorzaken voor de mensen die in de buurt van de woning wonen of verblijven. Als hieraan niet wordt voldaan, is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Dat is wanprestatie en wanprestatie kan, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, een grond opleveren voor ontbinding van de huurovereenkomst. De klachten waarop de wanprestatie door Woonin wordt gebaseerd bestaan uit harde muziek (ook op niet gangbare tijdstippen), gillen, geschreeuw en geruzie tussen [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] , intimideren, bedreiging, (uit)schelden en schreeuwen naar omwonenden en/of hun bezoek.
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] zich hebben gedragen zoals door Woonin is omschreven. Dat dat het geval is blijkt uit de volgende feiten:
  • er is een groot aantal meldingen van overlast gedaan door buurman [B] . Deze zien op een periode van meerdere maanden (augustus 2022 tot en met februari 2023);
  • er zijn in de periode van 27 januari tot en met 24 juli 2022 verschillende meldingen gedaan bij de politie door buurman [B] en door anderen. De overgelegde verslagen zijn niet compleet (het lijkt er op dat er dubbelzijdig geprinte documenten enkelzijdig zijn gekopieerd; hierdoor zijn niet alle data goed te zien). Wel blijkt daaruit dat de politie naar aanleiding van de meldingen verschillende keren ter plaatse is geweest en heeft beschreven hoe [onderbewindgestelde] hen te woord stond. Op 28 februari 2022 schreef de politie:
“Burengerucht in de vorm van geluidsoverlast vanaf huisnummer [nummeraanduiding 1] . Rapps zijn te woord gestaan door [onderbewindgestelde] . Dit was een zeer eenzijdig gesprek. Het enige wat [onderbewindgestelde] kan uit brengen zijn scheldwoorden. Rapps kregen niet eens de mogelijkheid om iets te zeggen of vragen. Het enige wat [onderbewindgestelde] wilde weten was wie er gebeld had, zodat hij daar verhaal kon gaan halen. Hem hierop geprobeerd uit te leggen dat hij dat niet moet doen.
Direct daarop hem gewaarschuwd voor het veroorzaken van geluidsoverlast. Als hij dat vandaag of morgen weer zou doen, dan komen wij terug en nemen wij zijn goederen in beslag. Hierop gaf hij als antwoord dat dat niet mocht. Wij moesten maar met een decibelmeter komen. Alleen dan zou dat mogen. Aangezien [onderbewindgestelde] alleen op zenden stond besloten wij weg te lopen. De boodschap was ondertussen duidelijk.”
En op 8 maart 2022:
“N.a.v. meerdere meldingen tussen [straat 1] [nummeraanduiding 2] en [nummeraanduiding 1] ter plaatse gegaan en het gesprek aangehoord. Bij aankomst stond [B] ( [nummeraanduiding 2] ) in de deur opening. Hij was redelijk overstuur. Kennelijk had er net een half uurtje voor mijn komst een incident plaats gevonden met de buurman. Hij ervaart al geruime tijd last van [onderbewindgestelde] . Harde muziek, scheldpartijen voor de deur, wordt uitgescholden voor pedofiel e.d. [B] kan hier slecht mee omgaan. Hem geadviseerd bij overlast geluidsopnamen te maken met zijn mobiele telefoon en de politie te bellen.
Na dit gesprek aan de deur gegaan bij [nummeraanduiding 1] . Bij aanbellen werd er vanuit het raam op de 1e verdieping naar rapp geschreeuwd. Dit bleek [onderbewindgestelde] te zijn. Ik mocht niet binnenkomen want hij had een hekel aan de politie. Zijn vrouw zat op de WC en ik moest maar wachten tot ze klaar was. Hem uitgelegd dat ik op verzoek van [gedaagde sub 1 (voornaam)] aan de deur kwam en na enkele minuten werd de deur geopend. TP gesproken met [gedaagde sub 1 (voornaam)] , ze heeft last van de buurman. Hij kijkt naar binnen en ze heeft van horen zeggen dat hij foto’s maakt van haar zoon van 8. [gedaagde sub 1 (voornaam)] komt onzeker en labiel over. [onderbewindgestelde (voornaam)] kwam beneden en begon gelijk een heel verhaal te schreeuwen dat hij de politie haat, [gedaagde sub 1 (voornaam)] bang is voor de politie etc. Heel veel gepraat maar weinig inhoud. Hij beaamde wel dat hij eerder de buurman had uitgescholden maar vond dat hij volledig in zijn recht stond.”
En op een datum op of na 28 april 2022:
“woning [straat 1] [nummeraanduiding 1] hoorde agenten harde heavy metal muziek waarbij ook de bass goed hoorbaar was.
Agenten hebben aangebeld voor een gesprek. Bewoner [onderbewindgestelde] deed niet open maar hing boven uit zijn raam Gaf aan dat hij niet naar de agenten hoefde te luisteren omdat zij in dienst van hem werkten en niet andersom.
[onderbewindgestelde (voornaam)] had ook geen behoefte aan het verhaal van de agenten, begon de agenten te beledigend. Toen de agenten aangaven dat hij hiermee moest stoppen begon hij te roepen dat er vrijheid van meningsuiting was en dat de agenten hem niets konden maken. Hij vond ook dat de agenten totaal geen verstand van de wet hadden hij zou hen wel even uitleggen hoe het werkt. De agenten probeerden de mogelijke consequenties uit te leggen als hij doorging met veroorzaken van overlast. Hier wilde hij niet naar luisteren. Na veel aandringen zou hij zijn muziek ‘25% zachter zetten’. Ook al vond hij het onzin want de vorige collega’s zouden dit niveau prima gevonden hebben. Het feit dat [onderbewindgestelde (voornaam)] overlast veroorzaakte kon hij maar moeilijk bevatten want dit was slechts een mening en geen feit.
De agenten waren op een gegeven moment helemaal klaar met de man, ze hebben gezegd dat die muziek zachter moet, gewaarschuwd dat de volgende keer een boete geschreven kan worden en zijn apparatuur in beslag wordt genomen en weggegaan. [onderbewindgestelde (voornaam)] benoemde dat hij toch overal mee wegkomt, dat hij de vorige keer collega’s nazi’s heeft genoemd zonder consequenties…”
En op 11 augustus 2022:
“Op 11-08-2022 is de politie naar de [straat 1] [nummeraanduiding 1] te [plaats] gestuurd. De melder zou al vanaf 09.00 geschreeuw en gevloek horen in de woning. Zou mogelijk kunnen gaan om [onderbewindgestelde] [geboortedatum] /1992 . Melder was nr [nummeraanduiding 3] .
Toen de politie ter plaatsen aankwam stonden [onderbewindgestelde (voornaam)] , [gedaagde sub 1 (voornaam)] en [A (voornaam)] (8jr) buiten, ze stonden op het punt om naar het zwembad te gaan. De politie heeft een rustig gesprek met [onderbewindgestelde (voornaam)] gehad. Hij gaf aan een paniekaanval gehad te hebben en daardoor heel de boel bij elkaar had geschreeuwd. Hij had het idee dat zijn vriendin bij hem weg zou gaan en flipte toen. [onderbewindgestelde (voornaam)] gaf aan last te hebben van PTSS en alles wat daar bij komt kijken. Hij gaf aan onder behandeling bij [instelling 2] te zijn voor zijn blowverslaving. Geur van hennep was ook zeer goed te ruiken toen de agenten voor de woning stonden met de deur dicht.
De agenten hebben zorgmelding aangezegd ivm het geschreeuw, taalgebruik (kankerhoer etc) en drugsgebruik. [onderbewindgestelde (voornaam)] en [gedaagde sub 1 (voornaam)] snapte dit, ze hadden zelf al contact met [instelling 1] .”
- Niet alleen [B] , maar ook andere buren hebben meldingen van overlast gedaan. In het dossier zitten WhatsAppberichten van buurman [C] vanaf 11 mei 2022. Verder heeft hij in een melding aan Woonin geschreven over overlast die hij sinds 8 augustus 2022, om 9:30 uur ervaart. Hij schreef:
“Ik werd wakker door het geschreeuw van de buurman. Dit begint nu een dagelijkse ritueel te worden bij de buren. Elke ochtend wordt er flink ruzie gemaakt. Buurvrouw gilde heel hard en is aan het huilen.
De situatie wordt steeds erger en ik heb het gevoel dat de buurvrouw bedreigd wordt door de buurman. Ze durft niks te zeggen en accepteert dit geschreeuw elke dag. Geen enkele normale mens zou dit gedrag van zijn partner accepteren. Ik snap niet dat er nog steeds niets wordt gedaan binnen mitros, want deze zaak loopt al heel lang en het dossier is inmiddels al behoorlijk geworden. Moet er per se iets slechts gebeuren voordat jullie ingrijpen? Ik ben echt bang dat iemand wat gaat aandoen bij de ander. Er is tevens een kind in huis die dit elke dag hoort en meemaakt. Deze situatie is ook niet gezond voor een kind.”
Op 30 januari 2023 schreef hij:
“Om welk soort overlast gaat het?: Geluid, Vernieling en vandalisme
Sinds wanneer heeft u overlast?: Elke ochtend en avond. Vandaag al de hele dag.
Kunt u ons meer vertellen over de overlast?: De buren maken elke dag extreem harde geluiden op hetzelfde tijdstip. Er wordt expres hard over de trappen gelopen en telkens wordt er geschreeuwd. Elke dag horen wij wel ruzies en het lijkt alsof ze dit doen om de buurt te irriteren.
[onderbewindgestelde (voornaam)] schreeuwt regelmatig om 6/7 uur inde ochtend, waardoor we vaker wakker zijn geworden. Dit doet hij puur om ons en de buurman bij nummer [nummeraanduiding 2] wakker te maken. Overdag werk ik vaak op kantoor, maar dan hoort mijn moeder ook dat de buren alleen maar ruzie maken waarbij er hard gescheld wordt over en weer.
In de avonden lopen ze keihard over de trappen wat puur wordt gedaan om ons te irriteren.
De dagen beginnen een bepaalde patroon te krijgen en elke dag wordt steeds hetzelfde gedrag getoond door de buren.”
- Een buurman van de [straat 2] is ook getuige geweest van overlast. De [functie] Extreme Woonoverlast [wijk] heeft aan hem bevestigd wat hij haar vertelde:
“U vertelde mij net dat u tijdens de [.] in gesprek kwam met ene [B (voornaam)] van de [straat 1] nummer [nummeraanduiding 2] . U heeft wanneer u op uw balkon bent zicht op het stukje [straat 1] waar hij woont.
U kwam met hem in gesprek omdat u aan gaf gezien te hebben dat hij ruzie had met zijn buurman op straat. U gaf aan dat u niet alles woordelijk kon verstaan maar bij u is de indruk gewekt dat [B (voornaam)] het onderspit delfde in deze ruzie. Bij buurman (van nummer [nummeraanduiding 1] ) was duidelijk zichtbaar aan het schreeuwen en tieren tegen hem. [B (voornaam)] liet zich niet onbetuigde en schreeuwde ook terug. Dit gebeurde op de stoep voor de woningen, uiteindelijk ging [B (voornaam)] naar binnen en fietste de buurman en zijn partner weg. De buurman was hierbij luid aan het schelden en schreeuwen tegen zijn partner over [B (voornaam)] en de situatie.”
- Een andere buurtbewoner heeft de [functie] Extreme Woonoverlast [wijk] ook laten weten getuige te zijn geweest van het gedrag van [onderbewindgestelde] :
“Mw. [ [D] heeft gereageerd op mijn brief van buurtonderzoek [straat 1] .
Ze heeft zelf [onderbewindgestelde (voornaam)] een keer op straat heel hard zien en horen schreeuwen en schelden, ze dacht, [B (voornaam)] zal er vast niet tegen in gaan en ze heeft zich toen teruggetrokken.”
- Verder hebben de bewoners van zeven adressen op de [straat 1] een verklaring ondertekend waarin staat:
“Middels deze brief willen wij een klacht indienen inzake de overlast wat veroorzaakt wordt door de buren aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] te [plaats] . Het veroorzaakte overlast is erg storend en zorgt voor veel onrust in de straat. Voorbeelden van de verrichte overlasten zijn:
- Hard geschreeuw waarbij er heel vaak wordt gescholden;
- Keiharde muziek;
- Radio wat keihard afgespeeld wordt;
- Agressieve communicatie naar de buren toe wat heel intimiderend overkomt.
De overlast van de buren heeft een negatieve effect op het leefgenot van de bewoners in onze straat. We hebben enkele keren gezien dat er politiebussen zijn langsgekomen bij de buren door overlastmeldingen. Verder horen we dagelijks wel geschreeuw vanuit het huis en maken wij ons zorgen over de situatie in het huis zelf. Wij wonen al heel lang in de [straat 1] en hebben zulke omstandigheden nog niet eerder meegemaakt zoals we hiervoor hebben aangegeven. Wat voorheen een rustige en vreedzame straat was, is nu veranderd in een straat waar bijna wekelijks wel een politiebus langskomt doordat er overlast plaatsvindt.
Graag verzoeken wij Woonin om tot een passende oplossing te komen om de rust en veiligheid van de bewoners aan de [straat 1] te kunnen herstellen want dit kan zo niet langer doorgaan.”
  • Daarnaast zit in het dossier een proces-verbaal van de politie waarin 36 meldingen van overlast in de periode tussen 17 januari en 27 december 2022 zijn opgenomen. De politie is een aantal keer ter plekke geweest en heeft haar bevindingen opgeschreven, waaronder de bevindingen die hiervoor zijn weergegeven.
  • Op 10 januari 2023 heeft de [functie] Extreme Woonoverlast [wijk] een verslag geschreven, waarin zij concludeert dat de burenrelatie aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] ondanks inzet van hulpverlening bij [gedaagde sub 1] dusdanig verstoord is dat dit voor [gedaagde sub 1] , haar zoon en de omwonenden een onhoudbare situatie is. Volgens de [functie] heeft [onderbewindgestelde] hierbij een groot negatief aandeel, maar onderkent [gedaagde sub 1] dat zelf niet of kan zij dat niet onderkennen.
3.4.
[gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] stellen dat het eigenlijk alleen maar gaat om een geschil met buurman [B] . Uit het voorgaande blijkt echter dat het niet alleen buurman [B] is die stelt overlast te ervaren van [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] . Dat er sprake was van overlast is namelijk door verschillende personen en op verschillende momenten aangegeven. Verder heeft de politie ook zelf de harde muziek gehoord. [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] stellen verder nog dat het juist [B] is die de overlast heeft veroorzaakt. Zij hebben dit onderbouwd met een door hen bijgehouden logboek vanaf januari 2023. De overlastsituatie doet zich echter al voor sinds begin 2022. Het is ook niet gesteld of gebleken dat anderen dan [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] hebben geklaagd over overlast van [B] . Maar voor zover al vastgesteld zou kunnen worden dat [B] overlast heeft veroorzaakt, neemt dat niet weg dat uit de hiervoor weergegeven informatie voldoende volgt dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] in elk geval zelf ook overlast hebben veroorzaakt.
3.5.
Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de kantonrechter voldoende vast dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] ernstige overlast hebben veroorzaakt. Zodoende zijn zij tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst.
3.6.
Uit de stukken blijkt dat Woonin verschillende maatregelen heeft genomen om de klachten te verhelpen en de overlastsituatie te stoppen. Zo hebben er veelvuldig gesprekken plaatsgevonden en zijn er afspraken gemaakt waarbij ook de begeleidster van [gedaagde sub 1] betrokken was, heeft Woonin [gedaagde sub 1] voorgesteld haar een vrijwillige gedragsaanwijzing te geven en is er een Tweede Kansbeleid aangeboden. Dit heeft niet geresulteerd in het wegnemen van de overlast gevende situatie, maar hiermee zijn de mogelijkheden van Woonin wel uitgeput en kan niet anders dan van Woonin verwacht worden dat zij de belangen van omwonenden, waaronder haar andere huurders, zwaarder moet laten wegen dan het belang van [gedaagde sub 1] .
3.7.
[gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] hebben in het kader van een belangenafweging nog aangevoerd dat het belang van [A (voornaam)] bij het blijven wonen in de [straat 1] moet prevaleren boven het belang van Woonin bij ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter overweegt hierover dat het belang van [A (voornaam)] inderdaad een rol moet spelen bij de afweging of de huurovereenkomst moet worden ontbonden. Naar het oordeel van de kantonrechter is de hiervoor beschreven overlastsituatie echter dusdanig ernstig dat het belang van Woonin bij ontbinding van de huurovereenkomst – alles tegen elkaar afwegende – zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] bij voortzetting van de huurovereenkomst, zelfs als de belangen van [A (voornaam)] worden meegewogen. De tekortkoming rechtvaardigt daarom de ontbinding van de huurovereenkomst.
Vordering tot ontruiming wordt afgewezen wegens onvoldoende belang
3.8.
Woonin vordert om [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] te veroordelen binnen veertien dagen na dit vonnis over te gaan tot ontruiming het gehuurde. Deze vordering wordt afgewezen, omdat Woonin onvoldoende belang heeft bij deze vordering. De ontruiming is immers al toegewezen bij het kortgedingvonnis van 21 maart 2023 en als gevolg daarvan heeft de ontruiming ook al plaatsgevonden op 12 april 2023.
Reconventionele vordering ter beschikking stellen passende huurwoning wordt afgewezen
3.9.
Nu in deze procedure vast is komen te staan dat [gedaagde sub 1] tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen die voortvloeien uit de huurovereenkomst en deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen rechtvaardigt, heeft Woonin kunnen overgaan tot het (laten) uitvoeren van de ontruiming op 12 april 2023. Zij heeft niet onrechtmatig gehandeld ten opzichte van [gedaagde sub 1] . De reconventionele vordering tot veroordeling van Woonin in het ter beschikking stellen van een passende huurwoning aan [gedaagde sub 1] wordt daarom afgewezen.
Proceskosten en nakosten
3.10.
[gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] worden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] de proceskosten van Woonin aan haar moeten betalen. De proceskosten aan de zijde van Woonin worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 125,86
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde €
398,00(2 punten x tarief € 199,00)
Totaal € 651,86
3.11.
De gevorderde nakosten worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woonruimte aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] in [plaats] , met onmiddellijke ingang;
4.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] hoofdelijk (dat betekent dat als de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling van zijn betalingsverplichting zal zijn bevrijd) tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Woonin tot dit vonnis vastgesteld op € 651,86, waarin begrepen € 398,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] en [onderbewindgestelde] hoofdelijk (dat betekent dat als de een betaalt, de ander tot de hoogte van die betaling van zijn betalingsverplichting zal zijn bevrijd), als niet binnen veertien dagen na aanschrijving vrijwillig volledig aan dit vonnis wordt voldaan, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 99,50 aan salaris gemachtigde;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.