Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 7 maart 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen eiseres, en een gedaagde die een bedrijfspand huurt. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van een huurachterstand van € 50.270,30, inclusief het restant van de waarborgsom. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde de betalingsachterstanden moest voldoen en dat de huurovereenkomst ontbonden werd per 1 augustus 2023. Gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van toekomstige huurpenningen als schadevergoeding na de ontbinding van de huurovereenkomst. De kantonrechter verwees voor de exacte schadevergoeding naar een schadestaatprocedure, omdat het niet mogelijk was om de schade na ontbinding goed te begroten op basis van de beschikbare gegevens. Eiseres heeft de verplichting om haar schade te beperken door de bedrijfsruimte te verhuren aan een nieuwe huurder, maar het was niet te voorspellen wanneer dit zou lukken. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen aan eiseres, evenals de proceskosten. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 30.274,69 aan eiseres, met de verplichting om de bedrijfsruimte uiterlijk 31 juli 2023 te ontruimen.