In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 juni 2023 een tussenvonnis gewezen in de zaak tussen eiser, een buitenschoolse opvang, en gedaagde, die haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen. Gedaagde erkent de hoofdsom van € 1.433,41, maar betwist de gevorderde proceskosten, stellende dat zij voldoende heeft gedaan om tot een betalingsregeling te komen voordat de dagvaarding werd uitgebracht. De kantonrechter heeft gedaagde in de gelegenheid gesteld om bewijsstukken in te brengen die haar stelling ondersteunen, waaronder e-mailcorrespondentie met eiser. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij eiser ook de mogelijkheid krijgt om te reageren op de ingebrachte stukken. De beslissing over de proceskosten is nog niet genomen, en de zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere akten.