In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 december 2023 uitspraak gedaan in het beroep van Stichting Lokalis tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, vertegenwoordigd door K. Loef, had op 2 augustus 2023 een verzoek om herbeoordeling ingediend, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van acht weken, zoals voorgeschreven in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, op 27 september 2023 verstreken was. Eiseres heeft verweerder op 3 oktober 2023 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in gebreke is gebleven.
De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op het maximale bedrag van € 1.442,-, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van € 209,25 aan proceskosten en het griffierecht van € 365,- aan eiseres. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.