Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 december 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de e-mail van 25 oktober 2022 van de griffier waarin partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de akte inbrengen productie van Natuurmonumenten , met productie,
- de mondelinge behandeling op 20 januari 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
- de pleitaantekeningen van [eiser sub 1] c.s . ,
- de pleitnota van Natuurmonumenten .
2.Waar gaat de zaak over?
15 jaar te herzien. [eiser sub 1] c.s . heeft Natuurmonumenten per brief van 17 maart 2021 om canonherziening als bedoeld in dat artikel verzocht. Natuurmonumenten heeft dat geweigerd. [eiser sub 1] c.s . is daarom deze procedure gestart. In geschil is of het herzieningsverzoek op tijd was en zo ja, of [eiser sub 1] c.s . ongewijzigde nakoming van artikel 5 lid 3 van de akte kan vorderen. De rechtbank beantwoordt de eerste vraag hierna met “ja” en de tweede vraag met “nee”.
3.De vordering van [eiser sub 1] c.s . en de tegenvordering van Natuurmonumenten
25 februari 2021 een herzieningsverzoek kan worden gedaan. In dit artikel staat namelijk “
zes maanden voor dit verloop”,waarbij
“dit verloop”terugslaat op het verloop van de eerste vijftien jaar op 25 augustus 2021. Maar helemaal duidelijk zijn deze bewoordingen niet (er staat niet “op de datum zes maanden voor het verloop”), zodat er enige ruimte voor uitleg van de bepaling bestaat.
alsdan herziene gedeprecieerde Grondwaarde”. Dat wil zeggen dat de grondwaarde wordt verminderd vanwege de beperkingen die voortvloeien uit de erfpachtbepalingen en de gebondenheid van partijen. Die grondwaarde wordt vermenigvuldigd met 3,5%. Daarbij geldt dat de nieuwe canon minimaal 70% en maximaal 130% bedraagt van de canon die gold in het jaar voorafgaand aan de herziening. Deze berekeningswijze wijkt te veel af van de berekeningswijze die partijen bij het vestigen van het erfpacht in 2006 voor ogen stond. Er wordt niet alleen een vast canonpercentage gehanteerd dat niet meebeweegt met de markt, maar ook een minimum- en een maximumbedrag. Voor het incorporeren van de herzieningsbepaling uit de nieuwe erfpachtvoorwaarden van Natuurmonumenten in de akte met [eiser sub 1] c.s . biedt artikel 6:248 BW daarom geen grond.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)
5.De beslissing
- € 163,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling en
- € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,