Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming,
gevestigd te Amsterdam- [.] , hierna te noemen: de GI.
1.Het verloop van de procedure
6 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
2.De feiten
3.Het verzoek
De hulpverlening ervaart bij de ouders dat zij het ingewikkeld vinden om tips aan te nemen. Daarom vindt de Raad het belangrijk dat er een gezinsvoogd komt die de regie kan nemen en kan kijken wat voor ondersteuning er nodig is zodat de ouders [minderjarige (voornaam)] volledig kunnen bieden wat hij nodig heeft.
4.De standpunten
5.De beoordeling
De kinderrechter maakt zich daarom – net als de Raad – zorgen over de gevolgen hiervan op de hechting tussen [minderjarige (voornaam)] en zijn ouders en op zijn emotionele ontwikkeling.
Van ouders met een lichtverstandelijke beperking is bekend dat zij het moeilijk kunnen vinden om goed te begrijpen wat een kind nodig heeft en dat zij het moeilijk kunnen vinden om hulp te vragen en om adviezen te accepteren en op te volgen.
In dit geval heeft de Raad tijdens het onderzoek ook een aantal voorbeelden gezien waaruit volgt dat de ouders het lastig vinden om in te schatten wat [minderjarige (voornaam)] nodig heeft. Ook is uit het onderzoek gebleken dat de ouders – en dan vooral de moeder – veel weerstand hebben tegenover de hulpverlening en dat het lang duurt voordat de hulpverlening van de grond komt. Zowel de [instelling] , de GGD als het Wijkteam zien dat de moeder het moeilijk vindt om tips en adviezen aan te nemen en dat het voor beide ouders lang duurt om adviezen in de praktijk te brengen.
Tot slot maakt de Raad zich zorgen over het feit dat het voor de ouders soms lastig is om afspraken te maken, brieven te lezen en deze te begrijpen. Hierdoor bestaat het risico dat [minderjarige (voornaam)] bijvoorbeeld niet op tijd de juiste hulp krijgt.
Het is heel belangrijk voor [minderjarige (voornaam)] dat de ouders de komende periode hun uiterste best gaan doen. [minderjarige (voornaam)] is nog jong en daardoor helemaal afhankelijk van zijn ouders.
De hulpverleners die verstand hebben van wat kinderen nodig hebben van hun opvoeders, maken zich zorgen over [minderjarige (voornaam)] . Deze zorgen gaan
nietover drugsgebruik door de ouders. Daar is ook geen sprake van. De hulpverleners zien wel dat de ouders nog dingen kunnen leren om [minderjarige (voornaam)] zo goed mogelijk te laten opgroeien.
De kinderrechter begrijpt dat vooral de moeder dat lastig vindt. Zij heeft al eerder moeten meemaken dat vier kinderen bij haar zijn weggehaald. Dat heeft tot veel verdriet geleid.
Op de zitting heeft de kinderechter aan de vader gezien dat hij en ook de moeder oprecht bang zijn dat [minderjarige (voornaam)] bij hun wordt weggehaald.
De kinderrechter hoopt dat de ouders goed gaan samenwerken met de gezinsvoogd en de andere hulpverleners die de ouders komen helpen. Deze beslissing van de kinderrechter is niet bedoeld om de ouders dwars te zitten. Hopelijk zien de ouders de ondertoezichtstelling als een kans op een betere situatie voor [minderjarige (voornaam)] en voor henzelf.