In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiseres] B.V., en een eenmanszaak, aangeduid als [gedaagde], over de uitleg van een overeenkomst inzake de plaatsing van een advertentie in een database. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 713,53, terwijl de gedaagde een tegenvordering indiende van € 495,00, gebaseerd op de vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling of bedrog.
De procedure begon met een dagvaarding op 19 april 2023, waarna beide partijen schriftelijk hun standpunten hebben toegelicht. De eiseres stelde dat de gedaagde akkoord was gegaan met een aanbod voor twee kwartalen opname in de database tegen een prijs van € 495,00 per kwartaal. De gedaagde betwistte dit en stelde dat er slechts een eenmalige opname was afgesproken voor dat bedrag.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in de gegeven omstandigheden mocht begrijpen dat het aanbod van de eiseres inhield dat zijn gegevens eenmalig in de database zouden worden opgenomen voor € 495,00 exclusief btw. De rechter concludeerde dat de vordering van de eiseres tot betaling van het tweede kwartaal niet was overeengekomen en wees deze af. Ook de tegenvordering van de gedaagde werd afgewezen, omdat de eiseres haar verplichtingen had nagekomen. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde, aangezien de eiseres ongelijk had gekregen in haar vordering.