Op 4 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder, die op 4 mei 2021 was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, namelijk op 26 juli 2023, terwijl dit uiterlijk op 15 juni 2023 had moeten zijn ontvangen. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. Eiseres voerde aan dat zij door medische redenen niet in staat was om tijdig beroep in te dienen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen voldoende onderbouwing was voor deze medische redenen en dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet in staat was haar belangen adequaat te behartigen. Daarom kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.