ECLI:NL:RBMNE:2023:7612

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
23/3851
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens te late indiening zonder geldige reden

Op 4 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder, die op 4 mei 2021 was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, namelijk op 26 juli 2023, terwijl dit uiterlijk op 15 juni 2023 had moeten zijn ontvangen. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. Eiseres voerde aan dat zij door medische redenen niet in staat was om tijdig beroep in te dienen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen voldoende onderbouwing was voor deze medische redenen en dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet in staat was haar belangen adequaat te behartigen. Daarom kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3851

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Degelink).
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 4 mei 2021.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 4 mei 2023. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 15 juni 2023 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 26 juli 2023. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Eiseres zegt dat zij vanwege medische redenen niet in staat is geweest om op tijd een beroepschrift in te dienen.
5. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van eiseres, is de rechtbank van oordeel dat de medische problemen van eiseres geen verontschuldiging zijn voor de te late indiening van het beroep. Er is niet gebleken van medische redenen op grond waarvan eiseres helemaal niet in staat was haar belangen op een adequate manier te behartigen nu haar medische situatie niet met stukken is onderbouwd.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54, van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.