ECLI:NL:RBMNE:2023:7610

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
23/2869
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens gebrek aan controleerbare machtiging

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij [eiseres] beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dit gebrek aan formaliteit leidde ertoe dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat wanneer iemand namens een ander beroep instelt, er een machtiging moet worden overlegd. In dit geval heeft [eiseres] een machtiging ingediend, maar deze bevatte geen naam van de ondertekenaar. Daarnaast ontbrak een kopie van de statuten van de rechtspersoon waarvoor [eiseres] optrad. De rechtbank heeft [eiseres] eerder verzocht om deze documenten aan te leveren, maar de overgelegde machtiging was niet voldoende om de bevoegdheid aan te tonen.

Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat, zonder de statuten, niet kon worden vastgesteld of de machtiging door voldoende bestuurders was ondertekend. Hierdoor was het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen en heeft de beslissing openbaar uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 23/2869 en UTR 23/3112

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , veronderstellenderwijs handelend namens [handelsnaam] , te [plaats] , eiseres,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat [eiseres] heeft ingediend tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat zij namens die ander gemachtigd is beroep in te stellen [1] . Als iemand beroep instelt namens een rechtspersoon, moeten er ook uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en – indien nodig – statuten worden overlegd, zodat er aangetoond wordt dat de persoon die de machtiging heeft ondertekend ook bevoegd is om de machtiging namens de rechtspersoon te ondertekenen.
3. Het beroepschrift is ingediend door [eiseres] . Zij vermeldt daarin dat zij de gemachtigde is van [handelsnaam] . [eiseres] heeft bij het beroepschrift alleen een machtiging zonder naam van een persoon overlegd en een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Zij heeft geen kopie van de statuten overlegd. De rechtbank heeft [eiseres] bij brief van 20 juli 2023 verzocht om binnen vier weken alsnog een machtiging waarop de naam van de ondertekenaar in blokletters vermeld staat en een kopie van de statuten in te dienen. Bij brief van 7 augustus 2023 heeft [eiseres] verzocht haar uitstel te verlenen. Dit uitstel is toegekend. Bij brief van 18 oktober 2023 heeft [eiseres] een machtiging overlegd welke is ondertekend door [A] (penningmeester) en [B] (voorzitter). Er is geen kopie van de statuten overlegd.
4. Volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn er vijf bestuurders – waaronder [A] en [B] . Zij zijn allen gezamenlijk bevoegd waarbij verwezen wordt naar de statuten. Omdat de statuten ontbreken kan de rechtbank niet controleren of de machtiging door voldoende bestuurders is ondertekend. Uit de overlegde machtiging en het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt niet dat [eiseres] bevoegd is namens [handelsnaam] beroep in te stellen. Daarom is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
21 november 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)