In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep dat door eiser is ingediend op 7 juli 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. Eiser is op 22 september 2023 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken aan te geven waarom hij het niet eens is met het besluit, maar heeft hier niet op gereageerd. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast heeft eiser geen kopie van de uitspraak op bezwaar ingediend, wat ook een voorwaarde was voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft besloten dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden, en de uitspraak is openbaar uitgesproken. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.