In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1], de Gemeente Vijfheerenlanden en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De zaak betreft een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte, waarin [gedaagde sub 1] een hotel exploiteert. Door de vluchtelingencrisis heeft de Gemeente [gedaagde sub 1] benaderd om het hotel te gebruiken voor de opvang van vluchtelingen, wat [eiseres] als een ontoelaatbare wijziging van de bestemming beschouwt. [eiseres] vordert dat de kantonrechter [gedaagde sub 1], de Gemeente en het COA verbiedt om het hotel voor deze doeleinden te gebruiken en dat [gedaagde sub 1] het hotel ontruimt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 februari 2023 heeft de kantonrechter de belangen van de partijen afgewogen. De kantonrechter oordeelde dat het voorgenomen gebruik van het hotel door [gedaagde sub 1] als opvang voor vluchtelingen in strijd is met de huurovereenkomst, omdat dit gebruik niet zonder toestemming van [eiseres] kan worden gewijzigd. Echter, de kantonrechter concludeerde dat de belangen van de Gemeente en [gedaagde sub 1] zwaarder wegen dan die van [eiseres]. De Gemeente heeft een zwaarwegend belang bij de opvang van vluchtelingen, terwijl [gedaagde sub 1] financieel afhankelijk is van de afspraken met de Gemeente. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de belangenafweging in situaties van huurovereenkomsten en de impact van maatschappelijke crises op contractuele verplichtingen.