In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] aan de orde. De zaak betreft een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eisende partij] B.V. en de gedaagden, waarbij [gedaagde sub 2] als voormalig eigenaar en vestigingsdirecteur van [eisende partij] betrokken is. De procedure is gestart na een conflict over de uitvoering van twee renovatieprojecten, waarbij [eisende partij] stelt dat [gedaagde sub 2] in strijd heeft gehandeld met zijn geheimhoudingsverplichtingen en aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door zijn handelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde sub 2] zonder goedkeuring contracten heeft gesloten die nadelig waren voor [eisende partij]. De rechter heeft geoordeeld dat [gedaagde sub 2] in strijd heeft gehandeld met artikel 7:661 BW, dat werknemers beschermt tegen aansprakelijkheid voor schade, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eisende partij] gedeeltelijk toegewezen, waarbij [gedaagde sub 2] aansprakelijk is gesteld voor de schade die voortvloeit uit zijn handelen in het kader van de projecten. Daarnaast is vastgesteld dat [gedaagde sub 2] in strijd heeft gehandeld met het geheimhoudingsbeding door vertrouwelijke informatie te delen met derden. De rechter heeft een boete van € 5.000 opgelegd voor deze overtreding en de proceskosten gecompenseerd.