Uitspraak
[handelsnaam],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met productie 1 en 2;
- de brief van 11 juli 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.Waar gaat deze zaak over?
- € 6.838,98 als voorschot op de vergoeding van de schade die [eiser] zal leiden vanwege het vroegtijdig beëindigen van de huurovereenkomst;
- de huurachterstand tot en met augustus 2023 van € 36.530,17;
- de toekomstige huurtermijnen tot en met de datum van ontbinding van de huurovereenkomst;
- een gebruiksvergoeding gelijk aan de maandelijkse huurprijs voor elke maand in de periode na ontbinding tot de ontruiming van het gehuurde;
- de contractuele boete van € 5.100,00 vanwege het niet nakomen van de betalingsverplichting;
- de contractuele boete van € 15.000,00 vanwege het niet nakomen van de exploitatieverplichting;
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 4.111,73, vermeerderd met de wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.De beoordeling
(…) [B] vroeg mij om alle leveranciers te emailen ivm haar detentie.
Huurder heeft het recht om de huurovereenkomst tussentijds te beëindigen na ommekomst van het eerste en het derde huurjaar, derhalve per 1 december 2021 en per 1 december 2023 met inachtneming van een opzegtermijn van6 (zes) maanden. Indien Huurder geen gebruik maakt van de breakoptie gelden de termijnen zoals genoemd in 3.1-3.4.”
Mede vanwege het feit dat Huurder Omzethuur verschuldigd is, erkent Huurder nadrukkelijk het belang van Verhuurder bij een continue, daadwerkelijke en behoorlijke exploitatie van het Gehuurde door Huurder overeenkomstig de contractuele bestemming als genoemd in art. 1.3 van de huurovereenkomst. Huurder aanvaardt hierbij dan ook onvoorwaardelijk dat zij gehouden is om gedurende de hele huurperiode, verlengingen daaronder begrepen, het Gehuurde conform het bepaalde in art. 1.3 van de huurovereenkomst en art. 5 van de algemene bepalingen behorende bij de huurovereenkomst daadwerkelijk, zelf en behoorlijk te exploiteren en het Gehuurde ingericht te houden en gedurende de in deze huurovereenkomst en de algemene bepalingen genoemde openingstijden voor het publiek geopend te hebben en te houden. (…)”.
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand. (…)”. De huurachterstand bedraagt bijna 16 maanden. [gedaagde] heeft dus 16 maanden de huur niet (volledig) betaald, waardoor [eiser] recht heeft op een boete van € 4.800,00. Dat bedrag wordt toegewezen.
Huurder verbeurt zonder ingebrekestelling een direct opeisbare boete van € 5.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij één van de verplichtingen uit art. 4.1.21 niet nakomt, tenzij Huurder het Gehuurde sluit met voorafgaande schriftelijke toestemming van Verhuurder. (…)”. Vaststaat dat [gedaagde] de winkel in het gehuurde niet meer exploiteert sinds 5 augustus 2022. Vanaf die dag heeft [eiser] dus recht op betaling van een boete van € 5.000,00 per dag. [eiser] heeft de boete echter beperkt tot € 15.000,00. Dat bedrag wordt toegewezen.
1.588,00(2 punten x tarief € 794,00)
4.De beslissing
-aan huurachterstand tot en met augustus 2023;
- € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
- te vermeerderen, als het vonnis door de deurwaarder is betekend, met de explootkosten die hiervoor in rekening zijn gebracht, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening;